HR, 21-01-1992, nr. 90657
ECLI:NL:HR:1992:ZC8948
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21-01-1992
- Zaaknummer
90657
- LJN
ZC8948
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1992:ZC8948, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑1992; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:1991:25
- Wetingang
- Vindplaatsen
NJ 1992, 414 met annotatie van A.C. 't Hart
Uitspraak 21‑01‑1992
Inhoudsindicatie
-
21 januari 1992
Strafkamer
Nr. 90.657
AG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 10 april 1990 in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1926, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de gegeven vrijspraak en voorts in hoger beroep – met vernietiging van een vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht van 2 december 1988 – de verdachte ter zake van “opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl daarvan het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd” veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
2. Het cassatieberoep
Het beroep is ingesteld door de verdachte.Namens deze heeft Mr. G. Spong, advocaat te ’s-Gravenhage, het volgende middel van cassatie voorgesteld:
Het recht is geschonden en/of er zijn vormen verzuimd waarvan niet naleving nietigheid medebrengt.
In het bijzonder zijn de artt. 350, 359, 415 Sv. geschonden doordien het bewezenverklaarde niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Met name kan daaruit niet volgen, dat rekwirant feitelijk leiding heeft gegeven aan de bewezenverklaarde strafbare feiten door de Roda J.C. gepleegd, althans doordien het hof niet redengevende bewijsmiddelen met betrekking tot het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven heeft gebezigde en/of ’s hofs analyse van de gebezigde bewijsmiddelen weergegeven in een afzonderlijke bewijsoverweging onbegrijpelijk is en voorts het hof ten onrechte geen gemotiveerde beslissing heeft gegeven op het namens rekwirant gevoerd verweer, dat hij ondergeschikt was aan het bestuur. De bewezenverklaring is op grond hiervan onvoldoende met redenen omkleed.
Toelichting.
1. Bewezen is verklaard dat rekwirant feitelijk leiding heeft gegeven aan de door Roda J.C. gepleegde onjuiste belastingaangiften.
2. Doordien het hof niet bewezen heeft geacht dat zulks, zoals ten laste was gelegd, tezamen en in vereniging met anderen is begaan, valt de bewezenverklaring ofschoon het hof ook heeft vrijgesproken van het ten laste gelegde “alleen” bezwaarlijk anders te verstaan dan dat rekwirant alleen het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven heeft gepleegd in de zin van art. 47 Sr.
3. Deze bewezenverklaring houdt, ook los van voormelde interpretatie in het licht van de gegeven deelvrijspraken, in dat rekwirant wetenschap omtrent de verboden gedragingen moet hebben gehad en voorts het in zijn macht moet hebben gehad daaraan een einde te maken, in die zin dat hij hoewel daartoe bevoegd en redelijkerwijs gehouden maatregelen ter voorkoming van die gedragingen achterwege heeft gelaten. (Vgl. H.R. 16 december 1986 N.J. 1987, 321/322, sedertien vaste rechtspraak, zie i.h.b. H.R. 14 sept. 1987 N.J. 1988, 45).
4. Met betrekking tot hetgeen uit de gebezigde bewijsmiddelen te dezer zake blijkt heeft het hof, zakelijk weergegeven, het navolgende overwogen:
- dat uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt, dat door het Algemeen Bestuur van Roda J.C., aan de verdachte, zijnde de manager in loondienst, ondermeer als taak was opgedragen de onderhandelingen te voeren met aan te trekken/opnieuw te contracteren spelers en trainers;- dat de vervolgprocedure was, dat hij een tot stand gekomen principe-overeenkomst, met daarin opgenomen de verdeling van de uit te betalen witte en zwarte lonen, voorgelegde aan en toelichtte in de vergadering van de Commissie Betaald Voetbal, waarvan hij lid was en waarin hij een weliswaar adviserende, doch – gezien zijn positie – doorslaggevende stem had;- dat daarop, bij een goedkeuring door het Bestuur Betaald Voetbal, in principe, een consultatieprocedure werd gestart met de overige bestuursleden, en waarna – meestal achteraf – een beslissing werd genomen;- dat hij daarna deze beslissing uitvoerde;- dat hij voorts als full-time manager de dagelijkse leiding had;- dat hij het beheer had over de zwarte kas en tevens mede de zwarte lonen uitbetaalde;- dat hij op de hoogte was van de verboden handelingen en begreep dat deze slechts dienden om te voorkomen dat de werknemers belasting over deze “zwarte” lonen moesten betalen;- dat hij geen enkele maatregel heeft genomen ter voorkoming daarvan.
5. Uit de gebezigde bewijsmiddelen vloeit mitsdien voort, dat rekwirant wetenschap droeg van zwarte lonen aan de spelers en geen enkele maatregel heeft genomen ter voorkoming daarvan. In casu gaat het echter primair om de vraag of rekwirant, aangenomen dat hij wetenschap te dier zake had, het in zijn macht had c.q. bevoegdelijk, voor een nadere uitwerking van dit punt zij verwezen naar nr. 7, maatregelen heeft kunnen nemen ter voorkoming van de gedane onjuiste belastingaangiften. Dat is iets anders dan het (zelf) zwart uitbetalen van lonen. Enige macht als vorenbedoeld danwel het achterwege laten van het bevoegdelijk treffen van maatregelen ter voorkoming van een onjuiste belastingaangifte door rekwirant (oftewel het hebben van een eigen verantwoordelijkheid te dier zake vgl. H.R. 10 febr. 1987, N.J. 1987, 662 m.nt. ’t H.) kan uit de gebezigde bewijsmiddelen niet worden afgeleid, te meer niet nu uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan volgen dat rekwirant enig stemrecht in de Commissie Betaald Voetbal had. Sterker nog, enkele gebezigde bewijsmiddelen zijn in dat opzicht niet redengevend, zij verzwakken het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven. Immers de verklaring van [betrokkene 1] (pg. 12 arrest) inhoudende:
“Uitdrukkelijk verklaar ik dat die aangiften alleen maar door [betrokkene 2] werden ingevuld in het kader van de interne taakverdeling, en dat het bestuur van de vereniging hem daartoe opdracht dan wel machtiging heeft gegeven.”
alsook de voor het bewijs gebezigde verklaring van [betrokkene 2] (pg. 12 arrest) inhoudende:
“Ik realiseer mij dat door het betalen van zwart loon en doordat de door mij ingediende aangiften loonbelasting gebaseerd werden op de loonadministratie waarin de zwarte lonen uiteraard niet waren opgenomen, die aangiften loonbelasting allen opzettelijk onjuist werden gedaan. De feitelijke uitvoering vond door mij plaats als penningmeester in het kader van de taakverdeling binnen het bestuur, echter steeds op basis van de door de commissie betaald voetbal genomen besluiten. In het belang van de vereniging heb ik nimmer een einde gemaakt aan het opzettelijk doen van onjuiste aangiften loonbelasting. Ik verklaarde reeds dat ik dat deed in het kader van de taakverdeling binnen het bestuur op basis van besluiten genomen door primair de commissie betaald voetbal. De door U getoonde aangiften loonbelasting heb ik allen persoonlijk per post opgestuurd aan de inspecteur der direkte belastingen te Kerkrade…”
wijzen in een andere richting dan het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven.
6. De bewezenverklaring is voorts onbegrijpelijk aangezien uit de gebezigde bewijsmiddelen niet kan blijken dat rekwirant in de Commissie Betaald Voetbal zoals het hof heeft overwogen, gezien zijn positie een doorslaggevende stem had. Daarvan kan toch immers slechts sprake zijn indien rekwirant bij het staken der stemmen de doorslag kon geven, danwel een zodanige machtspositie had dat hij de stemgerechtigde leden volkomen naar zijn hand kon zetten. Noch het één noch het ander kan uit de gebezigde bewijsmiddelen worden afgeleid. In dit verband verdient te worden opgemerkt dat het betoog van de raadsman van rekwirant (vide pg. 3 pleitnotitie hoger beroep), inhoudende: “Verdachte was ondergeschikt aan het bestuur” geen weerlegging vindt in de gebezigde bewijsmiddelen en onverenigbaar is met het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven voorzover zulks verstaan moet worden in die zin, dat rekwirant alleen het bewezenverklaarde feitelijk leiding geven heeft gepleegd in de zin van art. 47 Sr. Dit verweer houdt immers in, dat rekwirant niet bevoegd was maatregelen ter voorkoming van de verboden gedragingen te treffen alsmede niet in de positie verkeerde daartoe redelijkerwijs gehouden te worden geacht.
7. In dit verband (zie ook nr. 5) zij opgemerkt, dat het hof heeft miskend, dat het gemotiveerd betwisten van de bevoegdheid te kunnen ingrijpen een gezien de bewijsmiddelen regelrecht Meer- en Vaart verweer inzake het feitelijk leiding geven oplevert. In H.R. 16 dec. 1986 N.J. 1987, 321, 322 (de tweede Slavenburgronde) vindt men deze preventie eis, zoals ’t Hart het in zijn annotatie uitdrukt, vrij streng geformuleerd. Om te voldoen aan de preventie eis is er, aldus ’t Hart, veel meer nodig dan alleen het vervullen van een enkele formaliteit. Welnu, als er inderdaad veel meer nodig is om aan die preventie eis te voldoen dan louter een formele handeling, dan is het duidelijk dat degeen, zoals rekwirant, die zich er op beroept vanwege zijn arbeidsrechtelijke positie niet aan die strenge preventie eis te hebben kunnen voldoen, daarmee tot uitdrukking brengt dat hij om die reden niet als een feitelijk leidinggever in de zin van art. 51 Sr. kan worden beschouwd. Aldus beschouwd heeft het hof het juridisch gewicht van de door Uw Raad geformuleerde preventie eis onderschat.
3. De conclusie van het Openbaar Ministerie
De Advocaat-Generaal Leijten heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
4. Bewezenverklaring en bewijsvoering
4.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
de Sportvereniging Roda J.C. op meerdere tijdstippen, te weten op of omstreeks 1 maart 1984 en 2 april 1984 en 2 mei 1984 en 30 mei 1984 en 2 juli 1984 en 2 augustus 1984 en 4 september 1984 en 2 oktober 1984 en 1 november 1984 en 30 november 1984 en 31 december 1984 en 4 februari 1985in de gemeente Kerkrade, opzettelijk de bij de belastingwet voorziene aangifte “LOONBELASTING EN PREMIE” doende aan de Inspecteur der Directe Belastingen te Kerkrade onjuist heeft aangegeven als “loon” TOTAAL,onderscheidelijk over:
de maand januari 1984 | een bedrag groot fl. | 104.670 |
de maand februari 1984 | een bedrag groot fl. | 145.154 |
de maand maart 1984 | een bedrag groot fl. | 118.239 |
de maand april 1984 | een bedrag groot fl. | 100.802 |
de maand mei 1984 | een bedrag groot fl. | 88. 855 |
de maand juni 1984 | een bedrag groot fl. | 92.959 |
de maand juli 1984 | een bedrag groot fl. | 163.326 |
de maand augustus 1984 | een bedrag groot fl. | 96.173 |
de maand september 1984 | een bedrag groot fl. | 121.204 |
de maand oktober 1984 | een bedrag groot fl. | 110.611 |
de maand november 1984 | een bedrag groot fl. | 106.687 |
de maand december 1984 | een bedrag groot fl. | 93.676 |
terwijl die bedragen in werkelijkheid hoger waren, immers er werd gedeeltelijk “zwart” loon betaald, zulks terwijl daarvan telkens het gevolg zou kunnen zijn dat te weinig belasting zou kunnen worden geheven
hebbende hij, verdachte, op tijd en plaats als vermeld feitelijke leiding gegeven aan vorenomschreven verboden gedragingen.
4.2. Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen vervat in de volgende overwegingen van het Hof:
1. Overwegende, dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Ik werkte sinds 1970 als manager bij Roda J.C. Directe leiding gaf ik aan de technische en medische staf. Daarvoor droeg ik de verantwoording.Bij beleidsmatige zaken, waaronder het aantrekken van spelers, kreeg ik in eerste instantie een seintje van de trainer. Vervolgens kreeg ik de opdracht van het bestuur om een speler te benaderen. Na onderhandelen ontstond er dan een prijs voor de desbetreffende speler. Door de voorzitter en de financiële man werd vervolgens bekeken of de betreffende speler en de prijs die voor hem betaald moest worden voor Roda acceptabel was. Daarna werd er over het al dan niet contracteren van die speler gestemd in het dagelijks bestuur. Tot slot werden de overige bestuursleden telefonisch benaderd, waarbij zij hun visie konden geven over het oordeel van het dagelijks bestuur. Na de afwikkeling van deze procedure kreeg ik van het bestuur de opdracht om de zaak verder af te handelen.Ik wist in de meeste gevallen wel dat er naast de witte beloning losse bedragen zwart werden uitbetaald. Ik wist dat die zwarte betalingen buiten de boeken moesten blijven.Roda wilde op een bepaald niveau voetballen. Het zwart geld systeem is een bekend gegeven binnen het betaalde voetbal. Ik had steeds toestemming van het bestuur om zwart geld uit te geven.Ik heb een tijd land de zwarte kas beheerd. Daarvoor werd dat door [betrokkene 2] gedaan.Het is mogelijk dat er f 1.500,-- per maand zwart werd uitbetaald aan [betrokkene 3] . Het bedrag werd door mij of door [betrokkene 2] uitbetaald.De bedragen die door [betrokkene 4] op pagina 154 en 155 worden genoemd zijn juist. Het klopt dat ik bij uitbetalingen van gelden steeds kwitanties liet tekenen.Ik erken dat er nadeel is geleden door de staat.Voor het betalen van een zwart loon aan een speler was telkens de toestemming nodig van het bestuur van de afdeling betaald voetbal van Roda J.C.Elke afspraak daaromtrent werd door het bestuur gefiatteerd.Het Algemeen Bestuur van de vereniging bestond uit ongeveer 8 à 9 leden.Een aantal lede daarvan zat ook in het Bestuur Betaald Voetbal, dat tevens optrad als het Dagelijks Bestuur en als de Commissie Betaald Voetbal. Deze commissie bestond uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van de vereniging. Ik was in mijn functie als manager van Roda J.C. niet-stemgerechtigd bijzitter van de Commissie Betaald Voetbal. Ik was adviseur daarin.Als volgens de commissie de club een nieuw speler of “trainer” nodig had, werd dit bepraat in het Dagelijks Bestuur.Het Dagelijks Bestuur kreeg dan een voorstel van mij.Ik kreeg dan toestemming om binnen een bepaald raam te onderhandelen.Ik ging vervolgens in onderhandeling met de betrokken speler.De speler hadden hoge eisen en wilden meestal een bepaald bedrag schoon in de hand hebben.Als ik tot overeenstemming kwam met de speler ging ik met een uitgewerkt voorstel terug naar het Dagelijks Bestuur.Dit voorstel legde ik dan als manager, tesamen met mijn advies voor aan dit bestuur. In het voorstel was dan opgenomen hoeveel een speler wit en hoeveel hij zwart wenste te ontvangen.Dit kwam aldaar regelmatig aan de orde.Vervolgens had ieder bestuurslid zijn stem over het voorstel.Pas als het voorstel was goedgekeurd, werd er toestemming aan mij gegeven een overeenkomst met de speler aan te gaan.Het is juist, dat handelingen als het verzwijgen van recettebaten, het niet volledig verantwoorden of te hoog boeken van transfersommen, enzovoorts, er op waren gericht om de aangiften omzetbelasting en loonbelasting onjuist te doen.
2. Overwegende, dat het ambtsedig proces-verbaal van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst te Haarlem, nr. 85.227a, opgemaakt door [verbalisant 1] , rijksaccountant, tevens onbezoldigd ambtenaar van het Korps Rijkspolitie, [verbalisant 2] hoofdcontroleur van’s Rijksbelastingen, en [verbalisant 3] hoofdcontroleur van ’s Rijksbelastingen, werkzaam bij de fiscale recherche van de FIOD, tevens onbezoldigd ambtenaar van het Korps Rijkspolitie, gesloten en getekend te Heerlen op 15 september 1986 onder meer inhoudt– zakelijk weergegeven -:
- als op 11 juli 1985 tegenover verbalisant [verbalisant 1] , voornoemd en [betrokkene 9] , adjunct-accountant 1e klasse bij de Rijksaccountantdienst, afgelegde verklaring van [betrokkene 2](p. 89-93)
Ik ben sinds ongeveer 20 jaar penningmeester bij de voetbalclub Roda J.C. Dat betreft een nevenaktiviteit.Omstreeks 1980-1981 werden de inkomsten van de vereniging minder en stegen tegelijkertijd de lasten.Roda J.C. was niet meer in staat om de netto-salariseisen van de spelers die men wilde aantrekken te financieren op een legale manier.In het dagelijks bestuur werd daarop besloten de netto-salariseisen van meerdere spelers te voldoen door een deel van de betalingen zwart te verrichten, waardoor de loonbelasting en sociale lasten konden worden uitgespaard.De leden van het dagelijks bestuur waren ikzelf, de voorzitter [betrokkene 5] en de sekretaris [betrokkene 6] .De financiering van de zwarte betalingen zou gaan plaatsvinden in eerste aanleg door het niet volledig verantwoorden van de recette-ontvangsten.Het was feitelijk zo dat de hoofdkassier, [betrokkene 1] van mij en van de manager [verdachte] opdracht kreeg om een door ons genoemd bedrag buiten de verantwoording te houden. Dat bedrag werd door [verdachte] en mij samen bepaald aan de hand van de ontvangen recettes.Ik beheerde tot ongeveer twee jaar geleden de zwarte kas, die gevoed werd uit verzwegen recettes en die uitgaven in de sfeer van zwarte loonbelastingen en dergelijke meebracht.Twee jaar geleden ben ik hier mee gestopt en heb het resterende kassaldo afgedragen aan de . manager [verdachte] .De zwarte lonen aan de spelers en de trainers en degelijke personeelsleden, betaalde ik persoonlijk maandelijks uit. Ik ontving die mensen dan in mijn kamer op het sportpark en betaalde het zwarte gedeelte in kontanten uit. Ik liet iedereen een kwitantie tekenen.Sinds twee jaar geleden wordt dit allemaal geregeld door de manager [verdachte] . Die beheert ook de zwarte kas sindsdien. De kontraktbesprekingen met spelers werden steeds door [verdachte] gedaan. Die kwam dan met een afgerond voorstel bij het bestuur, waarin hij dan een bepaalde verdeling wit ten opzichte van zwart voorstelde.Zwarte lonen werden door mij betaald aan de navolgende personeelsleden van Roda J.C.:
[betrokkene 3] | f 1.500,-- | per maand |
[betrokkene 7] | f 200,-- | per maand |
[betrokkene 8] | f 1.000,-- | per maand |
- als op 11 juli 1985 tegenover de ambtenaren [verbalisant 4] , commies A van ’s Rijksbelastingen,[verbalisant 5] , hoofdcontroleur van ’s Rijksbelastingen, [verbalisant 6] , adjunct-accountant bij de Rijksaccountantsdienst en [verbalisant 7] , hoofdcontroleur A van ’s Rijksbelastingen, werkzaam bij de FIOD, tevens onbezoldigd ambtenaar van het Korps Rijkspolitie, afgelegde verklaring van [betrokkene 6] :(p. 94-98)
“Ik was vanaf 1973 of 1974 sekretaris van de sportvereniging Roda J.C. te Kerkrade. Ik ben dat geweest tot 20 mei 1985.in die funktie maakte ik van de bestuursvergaderingen en de vergadering van het dagelijks bestuur steeds de verslagen van hetgeen er in die vergaderingen besproken werd. Het dagelijks bestuur bestond uit voorzitter, sekretaris en eerste en tweede penningmeester. U vraagt mij of ik er weet van heb dat er aan spelers en/of andere medewerkers van S.V. Roda J.C. “zwarte” lonen werden uitbetaald en of er tijdens de bestuursvergaderingen of dagelijks bestuursvergaderingen over dergelijke betalingen werd gesproken dan wel beslissingen werden genomen.In het bestuur is vaker gepraat over de eisen van spelers en daarbij werd dan gezegd met die of die speler kunnen we niet rondkomen als wij niet wat extra’s doen. Met dat extra werd dan een betaling bedoeld die niet in onze administratie zou worden verantwoord.Binnen het bestuur werd vaker besloten aan diverse spelers “zwarte” betalingen te doen.Ik geef toe dat wij aan spelers extra betalingen zijn gaan verrichten, welke wij zowel buiten de boekhouding alsook buiten de loonadministratie hebben gehouden.Door zo te handelen bespaarden wij ons immers de loonbelasting en sociale premies over deze “zwarte” loonbetalingen.Met de daadwerkelijke uitbetaling van deze extra betalingen heb ik nimmer bemoeienis gehad, zulks werd geregeld door de heren [betrokkene 2] en [verdachte] .Ik besef dat wij als bestuur van de voetbalvereniging Roda J.C. door het betalen van “zwarte” loongedeelten onjuiste, met name te lage aangiften loonbelasting en premie hebben gedaan over de afgelopen jaren en dat door deze handelwijze de Staat der Nederlanden werd benadeeld.
Als op 11 juli 1985 aan verbalisanten voornoemd, in aanwezigheid van [betrokkene 9] , voornoemd, afgelegde verklaring van
[betrokkene 5] :
Ik wist dat er aan spelers zwart loon werd betaald.Ik hoorde van gesprekken tussen [verdachte] en mijn medebestuurders [betrokkene 2] en [betrokkene 6] , waarbij afrekening aan de orde waren aangaande de zwarte kas.Ten aanzien van de te ondertekenen kontrakten met aangetrokken spelers kan ik u verklaren dat die helemaal werden voorbereid door de manager.Hij kwam dan in het bestuur en vertelde ons de voorwaarden. Ik moest dan veelal twee kontrakten tekenen, het K.N.V.B. – kontrakt en een tweede. Ik begreep steeds van de manager dat het tweede kontrakt betrekking had op allerlei vergoedingen in de onkostensfeer.”
- als op 12 juli 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , voornoemd, afgelegde verklaring van [verdachte] :
Sinds 1970 ben ik in dienst bij de voetbalvereniging Roda J.C., de eerste vijf jaar in part-time dienst naast mijn baan als belastingambtenaar.
Omstreeks 1975, Roda J.C. was gepromoveerd naar de eredivisie en knabbelde aan Europees voetbal, werd ik in mijn funktie als manager geconfronteerd met eisen van spelers, die een vergoeding eisten die gedeeltelijk voor de belastingen verzwegen diende te worden.Ik stond voor de keuze tussen mijn overheidsbaan en een full-time aanstelling bij Roda J.C. .Op dat laatste drong het bestuur van de vereniging aan omdat de organisatie tengevolge van de promotie zodanig gegroeid was, dat men een full-time manager zou willen hebben.Vanuit mijn liefde voor het voetballen, heb ik toen gekozen voor het opgeven van mijn vaste overheidsbaan ten gunste van de managersfunktie bij Roda J.C..Ik schat dat over de jaren 1980 tot en met 1985, tot heden, door Roda J.C. tussen de f 350.000,-- enf 425.000,-- werd betaald aan zwarte lonen aan spelers en trainers.De door mij genoemde getallen leid ik af uit de som van de mij bekende zwarte inkomsten van de vereniging, rekening houdend met het vaststaande gegeven dat er op dit moment geen saldo meer is in de zwarte kas.Die niet in de boekhouding van de vereniging verantwoorde inkomsten van de vereniging waren:- naar ik schat gemiddeld per jaar f 30.000,-- uit diverse bronnen zoals nevenverkopen in het stadion, verkoop programmaboekjes, kantine-opbrengsten en niet volledig verantwoorde recette-baten.
Uit allerlei bronnen werd geld verkregen dat werd aangewend ter financiering van zwarte lonen betalingsverplichtingen aan spelers en trainers van de vereniging. Ik was als manager verantwoordelijk voor de onderhandelingen en hen in een relatief groot aantal gevallen afspraken gemaakt waarbij overeengekomen werd een bedrag ineens of een afgesproken bedrag in termijnen Ik verklaar nadrukkelijk dat zulks in elk individueel geval besproken werd met het bestuur van de afdeling betaald voetbal van Roda J.C., waarbij steeds eenstemmige instemming werd getoond.
De volgende personen hebben de daarbij genoemde bedragen zwart ontvangen:
[betrokkene 3] | f 1.500,-- per maand |
[betrokkene 7] | In elk geval in 1983/84 f 350,-- per maand |
[betrokkene 8] | de laatste twee jaar totaal f 22.500,-- |
- als op 13 juli 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 5] voornoemd: (p. 121)
Ten aanzien van de zwarte loonbetalingen aan spelers en trainers is het inderdaad zo geweest dat [verdachte] dergelijke zaken weleens aan het bestuur heeft voorgelegd, inclusief een zwarte deel in de overeenkomst. In de gevallen dat zwarte betalingen werden voorgelegd hebben we als bestuur daarvoor toestemming gegeven.
- als op 13 juli 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 1] voornoemd:(p. 124-125)
Het was mij als bestuurslid van de afdeling betaald voetbal van Roda J.C. bekend dat aan spelers en trainers zwarte arbeidsvergoedingen werden uitbetaald.De onderhandelingen werden gevoerd door manager [verdachte] en die legde de onderhandelingsresultaten voor aan het bestuur betaald voetbal ter goedkeuring. Bij die gelegenheden legde hij steeds uit hoe de verdeling zwart-wit zou moeten zijn.Ik weet dat de volgende trainer en speler zwart betaald kregen:- [betrokkene 3] en [betrokkene 8] .- als op 15 juli 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] , voornoemd, afgelegde verklaring van [verdachte]
voornoemd:(p. 143-144)
“Ik verklaarde u reeds dat er bij de voetbalvereniging Roda J.C. een zwart geld circuit bestond dat aan de ene zijde gevoed werd met zwarte ontvangen uit verzwegen recettes, een gedeeltelijk verzwegen transfersom, administratieve manipulaties waaronder een gedeeltelijk kwijtgescholden lening en ander niet verantwoorde inkomsten, terwijl aan de andere zijde deze gelden werden aangewend ter financiering van zwarte arbeidsvergoedingen aan spelers en trainers en een enkel bestuurslid, terwijl ikzelf ook tweemaal gelden heb ontvangen uit die zwarte pot in verband met de door mij bedongen extra vergoeding van f. 0,05 per bezoeker.Ik kan u verklaren dat de afgesloten overeenkomsten met spelers en trainers door mij werden voorbereid en eerst nadat ik een principeovereenkomst bereikt had met een speler of trainer legde ik een uitgewerkt voorstel ter goedkeuring voor aan het bestuur van de sectie betaald voetbal. Eerst na fiattering van de principe-overeenkomst door dat bestuur stelde ik een concept overeenkomst op.Ik verklaarde nadrukkelijjk dat de fiattering door het bestuur betaald voetbal ook betrekking had op het zwarte gedeelte van de overeengekomen arbeidsbeloning.Omdat ik persoonlijk de zwarte betalingen regelde en na fiattering ook meestal zorgde voor de uitbetalingen van die gelden, wist ik uiteraard dat de door de penningmeester ingevulde aangiften loonbelasting van Roda J.C. onjuist waren. Ook de penningmeester en diens medebestuurders van de sectie betaald voetbal waren daarvan op de hoogte omdat zij allen wisten van en toestemming gegeven hadden voor die zwarte betalingen.
- als op 2 september 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 10] (p. 146-147)
Tot medio 1983 was ik als trainer werkzaam bij AZ’67 te Alkmaar. Daarna ben ik overgegaan naar Roda J.C. waar ik werkzaam ben geweest tot november 1984. Op grond van mijn tweejarig kontrakt heb ik na mijn ontslag nog salaris ontvangen tot 30-06-1985. Nadat ik mijn werkzaamheden had beëindigd, ontving ik salaris op basis van het kontrakt, alleen de onkostenvergoeding was verminderd.Ik kan u verklaren dat ik de kontraktbesprekingen heb gevoerd samen met mijn adviseur [betrokkene 11] .Als resultaat van de besprekingen met de manager [verdachte] van Roda J.C. heb ik een tweejarige overeenkomst gesloten, waarbij twee kontrakten werden opgemaakt.Het ene had betrekking op mijn normale salaris, premies en onkostenvergoedingen en het tweede had betrekking op een bedrag van f. 1.500,-- per maand netto, dat wil zeggen ik had begrepen dat Roda J.C. zorg zou dragen voor het afdragen van alle lasten daarover.Ook bedoelde f. 1.500,-- per maand heb ik ontvangen tot en met 30-6-1985, en wel telkens van [verdachte] , de manager van Roda J.C. Ik moest elke keer een kwitantie tekenen voor dat bedrag.
- als op 2 september 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 7] :(p. 149)
Ik ben sinds medio 1975 als semi-prof in dienst bij de voetbalvereniging Roda J.C. geweest en wel tot medio 1985. In den beginne ontving ik enkel mijn salaris op basis van de respectievelijke kontrakten. In de loop van de tijd werd ik door kontakten met medespelers en vanuit mijn funktie in de spelersraad bekend met het feit dat er bij Roda J.C. zwarte lonen werden betaald.Daarop heb ik in de onderhandeling over mijn kontrakt beginnende in het seizoen 1981/1982 voorgesteld ook een deel van mijn salaris buiten de boeken van Roda J.C. om te ontvangen. Daarop werd door de manager [verdachte] ingegaan.Sindsdien verdiende ik een deel van mijn salaris zwart bij Roda J.C.Aan de zwarte betalingen is ingaande de maand december 1984 een einde gekomen.Gevraagd naar het hoeveel aan zwarte betalingen, kan ik u alleen maar met zekerheid iets zeggen over de seizoenen 1983/1984 en 1984/85. Ik tekende een tweejarig kontrakt, waarbij mondeling werd overeengekomen een maandelijkse betaling van f. 350,-- zwart.Het zwarte deel van mijn salaris kreeg ik op vaak onregelmatige tijdstippen in kontanten uitbetaald door de manager [verdachte] , die mij telkens een kwitantie liet tekenen. Hij verzekerde mij dat ik door het tekenen van die kwitanties geen enkel risico liep en dat de betalingen zeker buiten de boeken van Roda zouden blijven.”
- als op 3 september 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voornoemd afgelegde verklaring van [betrokkene 8] :(p. 154-155)
In juli 1980 ben ik van NEC te Nijmegen overgegaan naar de betaaldvoetbalorganisatie Roda J.C. te Kerkrade. Ik wilde een salaris gaan verdienen van f. 100.000,-- bruto per jaar.Op basis van dat uitgangspunt ben ik de onderhandelingen met Roda J.C. ingegaan.Daarop werd mij door de manager van Roda J.C., [verdachte] , een tweeledig kontrakt voorgelegd, het ene betreffende het normale basisloon, de premies, het vakantiegeld en de onkostenvergoedingen en het andere betreffende een netto betaling van f. 15.000,-- per jaar. Ik begreep dat die nettobetaling zwart zou plaatsvinden.Ik tekende een driejarig kontrakt op basis van basissalaris f. 50.000,-- plus premies geschat opf. 16.000,--, te vermeerderen met zwart per jaar f. 15.000,--.Na afloop van de hiervoor bedoelde overeenkomst werd mijn kontrakt verlengd met twee jaar, waarbij een tweede overeenkomst, nu inhoudende f. 18.000,-- per jaar netto-zwart.Het zwarte deel van het salaris ontving ik steeds van [verdachte] in kontanten tegen een te tekenen kwitantie.Ik ben volledig betaald geworden tot en met oktober 1984.
-als op 30 oktober 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 6] , voornoemd:(p. 231-233)
Ik ben sinds de oprichting van Roda J.C. in 1962 bestuurslid van die vereniging. Over de jaren 1980 tot en met 1984 was ik secretaris. Over die jaren was de bestuursstruktuur als volgt:- op de eerste plaats funktioneerde het Algemeen Bestuur- daarnaast funktioneerde het Dagelijks Bestuur, bestaande uit de voorzitter, de penningmeester en de sekretaris- terwijl de aangelegenheden betaald voetbal werden afgehandeld door de commissie betaald voetbal, bestaande uit het dagelijks bestuur aangevuld met de manager en de heer [betrokkene 1] .Ik verklaarde u reeds dat ik wist van het bestaan van een zwart geld circuit bij Roda J.C.Aan de uitgavenkant bestond dit circuit uit de betaalde zwarte lonen aan spelers en trainers en eventuele andere werknemers van Roda J.C.De gang van zaken was altijd zo dat de manager [verdachte] de voorbesprekingen voerde met de werknemer wiens contract verlengd moest worden of die aangetrokken zou gaan worden.Na afloop kwam [verdachte] met een uitgewerkt voorstel, waarin regelmatig opgenomen een verdeling van de salarispost in een wit gedeelte en een zwart gedeelte. Nadat de commissie betaald voetbal daarover een oordeel had gevormd, werden de overige bestuursleden steeds op de hoogte gesteld en om toestemming gevraagd voor het aangaan van de voorgestelde verbintenis waarbij steeds werd aangegeven de totaliteit van de vergoedingen onder vermelding van het zwarte gedeelte. Nadat het volledige bestuur toestemming had gegeven werd de overeenkomst aangegaan. In de meeste gevallen heb ik persoonlijk de overige bestuursleden telefonisch op de hoogte gesteld en om hun instemming gevraagd.
Ik erken mede-verantwoordelijk te zijn geweest voor het doen van onjuiste belastingaangiften door Roda J.C. voor de loonbelasting ten gevolge van de malversaties met lonen.
- als op 31 oktober 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voornoemd, afgelegde verklaring van [betrokkene 1] voornoemd:(p. 241-242)
Ik heb u reeds verklaard dat ik ervan op de hoogte was dat er bij Roda J.C. aan werknemers zwarte beloningen werden betaald. Ik wist dat omdat ik in mijn funktie bij de commissie betaald voetbal daarmee geconfronteerd werd op basis van door de manager voorgelegde voorstellen met betrekking tot het kontrakteren van spelers en trainers.Ik moet u verklaren dat de gang van zaken veelal zo was dat ik persoonlijk de zaak aanvoelde als voor het blok gezet worden omdat de manager voor zichzelf als enige inzicht claimde in de technische zaken.
Als hij dan een voorstel deed werd daar altijd bijgezegd dat die of die speler dringend nodig was en als we niet aan de eisen zouden voldoen zou die speler naar een andere club gaan.Ik stemde vaak tegen heug en meug in met de op tafel liggende voorstellen, waarin dan ook opgenomen was een gedeeltelijke zwarte vergoeding.Het gedeeltelijk zwart betalen was enerzijds soms een gevolg van eisen van spelers en anderzijds een gevolg van de onmogelijkheid aan de netto-salaris- eisen tegemoet te komen gezien de financiële mogelijkheden van Roda J.C.Ook dien ik u te verklaren dat de overige leden van het Algemeen Bestuur, niet lid van de commissie betaald voetbal, over die zwarte beloningen vaak alleen werden ingelicht als op de AB vergadering daaromtrent vragen werden gesteld.Dan was het kontrakt meestal al gesloten en was er weinig meer aan te doen.Ik erken dat tengevolge van het uitbetalen van zwarte vergoedingen aan werknemers de aangiften loonbelasting van Roda J.C. onjuist werden gedaan.Dat gebeurde feitelijk door de penningmeester [betrokkene 2] , maar dat was alleen een gevolg van de taakverdeling binnen het bestuur. De verantwoordelijkheid daarvoor beruste uiteraard bij het hele bestuur en gezien de gang van zaken, voornamelijk bij de commissie betaald voetbal.
(Wij, relatanten, tonen hem de ten name van Sportvereniging Roda J.C. staande aangiften loonbelasting over de maanden januari 1984 tot en met december 1984, bijlagen nummers 32 A/AW bij dit proces-verbaal).
De door u getoonde aangiften loonbelasting werden ingevuld door de penningmeester van Roda J.C., de heer [betrokkene 2] . Ik zie dat ze allemaal ten name zijn gesteld van Roda J.C. en ik herken zowel het handschrift als de handtekening van [betrokkene 2] .
Ik kan u verklaren dat als die aangiften aansluiten bij de loonadministratie van Roda J.C. deze aangiften allemaal opzettelijk onjuist zijn ingevuld omdat ik weet dat over die periode zwarte lonen werden betaald.Uitdrukkelijk verklaar ik dat die aangiften alleen maar door [betrokkene 2] werden ingevuld in het kader van de interne taakverdeling, en dat het bestuur van de vereniging hem daartoe opdracht dan wel machtiging heeft gegeven.In elk geval de leden van de commissie betaald voetbal waren op de hoogte van de uitbetaalde zwarte lonen en derhalve van het feit dat opzettelijk onjuiste aangiften loonbelasting werden gedaan.
als op 31 oktober 1985 aan de relatanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd afgelegde verklaring van: [betrokkene 2] , voornoemd:
als ik in vorige verklaringen gesproken heb van het dagelijkse bestuur van Roda J.C., bedoelde ik feitelijk de commissie betaald voetbal, laatstelijk bestaande uit de voorzitter, penningmeester, 2e penningmeester en de sekretaris, aangevuld door de manager. Die laatste had geen stemrecht. In die commissie werden alle besluiten genomen, waarbij veelal omgaan werden de resterende leden van het algemeen bestuur uit de amateursektie.Die laatsten werden veelal alleen maar ingelicht omtrent zaken het zwarte geld aangaande als men daarom expliciet vroeg. Ik realiseer mij dat door het betalen van zwart loon en doordat de door mij ingediende aangiften loonbelasting gebaseerd werden op de loonadministratie waarin de zwarte lonen uiteraard niet waren opgenomen, die aangiften loonbelasting alleen opzettelijk onjuist werden gedaan.
De feitelijke uitvoering vond door mij plaats als penningmeester in het kader van de taakverdeling binnen het bestuur, echter steeds op basis van de door de commissie betaald voetbal genomen besluiten. In het belang van de vereniging heb ik nimmer een einde gemaakt aan het opzettelijk doen van onjuiste aangiften loonbelasting.
(Wij, relatanten, tonen hem de ten name van Sportvereniging Roda J.C. staande aangiften loonbelasting over:januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december 1984, bijlagen nummers 32A/AW bij dit proces-verbaal).
De door u getoonde aangiften herken ik allemaal als de door mij in opdracht van Roda J.C. ingevulde en ondertekende aangiften loonbelasting. Ik herken zowel mijn handschrift op als de handtekening onder de door u getoonde aangiften als van mij.Al de door u getoonde aangiften heb ik ingevuld aan de hand van de loonadministratie, waarin de zwarte beloningen aan werknemers van Roda J.C. niet waren opgenomen. Omdat ik weet dat gedurende de maanden waarop de getoonde aangiften betrekking hebben zwarte lonen werden uitbetaald, dan wel waren toegezegd, weet ik dat al die aangiften opzettelijk onjuist zijn ingevuld. Ik verklaarde reeds dat ik dat deed in het kader van de taakverdeling binnen het bestuur op basis van besluiten genomen door primair de commissie betaald voetbal.De door u getoonde aangiften loonbelasting heb ik alleen persoonlijk per post opgestuurd aan de inspecteur der direkte belastingen te Kerkrade en wel telkens binnen de daarvoor gestelde termijn, dat wil zeggen binnen een maand na afloop van het tijdvak.
als de op 4 november 1985 tegenover de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd afgelegde verklaring van [betrokkene 12] :
Ik ben dertig jaar bestuurslid geweest van Roda J.C. waaraan een einde kwam in het voorjaar 1985. De laatste jaren was ik penningmeester van de amateursectie en als zodanig lid van het Algemeen Bestuur. Ik was als bestuurslid van Roda J.C. op de hoogte van het feit dat aan werknemers een deel van het loon zwart werd uitbetaald. Ik kan u verklaren dat de gang van zaken zo was dat de kontrakten met werknemers werden voorbereid door de manager en het Dagelijks Bestuur, samen vormende de commissie betaald voetbal. Vervolgens werden de leden van het bestuur uit de amateurssectie telefonisch ingelicht en om instemming gevraagd.
als op 16 december 1985 aan de relatanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd afgelegde verklaring van: [verdachte] voornoemd:
Resumerend kan ik u verklaren dat ik in mijn functie als manager van Roda J.C. niet stemgerechtigd bijzitter was van de Commissie Betaald Voetbal.
Ik was belast met de dagelijkse leiding van het bedrijf en had tevens opdracht tot het voeren van onderhandelingen met spelers en trainers die aangetrokken moesten worden dan wel wier kontrakten verlengd moesten worden.In dat verband voerde ik ook de onderhandelingen met andere voetbalorganisaties aangaande aan- en verkopen van spelers. Alle door mij overeengekomen principe-overeenkomsten dienaangaande werden voorgelegd en toegelicht aan het Bestuur Betaald Voetbal, welke bestuur samen met de overige bestuursleden beslissingsbevoegd was.
Ik verklaarde reeds dat met werknemers afspraken werden gemaakt in de sfeer van zwarte loonbetalingen, waardoor de middelen op diverse wijzen werden aangetrokken.Zo werden recettebaten verzwegen, transfersommen niet volledig verantwoord dan wel te hoog geboekt, giften van supportersclub buiten de boeken gehouden, een kwijtgescholden lening als betaald verantwoord, niet betaalde of te hoog opgevoerde fakturen geboekt en incidenteel vergoedingen voor vriendschappelijke wedstrijden in de zwarte kas gestort.Ik realiseerde mij dat tengevolge van de handelwijze als beschreven belastingaangiften onjuist werden gedaan, met name de aangiften omzetbelasting en loonbelasting van Roda J.C.
- als relaas van bevindingen en/of verrichtingen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voornoemd:(p. 275/276)
Wij hebben een onderzoek ingesteld naar de aansluiting tussen de door Roda J.C. uitbetaalde lonen en de in de aangiften loonbelasting als lonen in aanmerking genomen bedragen.He onderzoek werd ingesteld aan de hand van:
- de loonboekhouding van Roda J.C. over de periode 1-7-1980 tot en met 31/12/1984- de verklaringen van de werknemers van Roda J.C.- de door Roda J.C. opgemaakte en aan de inspekteur der direkte belastingen gezonden verzamelloonstaten over de jaren 1980 tot en met 1984- de door Roda J.C. gedane aangiften loonbelasting over de maanden december 1980 tot en met december 1984.
Uit het onderzoek is gebleken dat in de loonboekhouding van Roda J.C. enkel voorkwamen de door de werknemers op grond van de officiële contracten genoten beloningen zoals loon, premie op basis van behaalde wedstrijdpunten en onkostenvergoedingen.De volgens de loonboekhouding uitbetaalde lonen sloten aan bij de uitbetaalde lonen volgens de verzamelloonstaten en deze sloten op hun beurt aan bij de aangiften loonbelasting.Uit het vorengerelateerde blijkt dat de aan de diverse werknemers van Roda J.C. op grond van een overeenkomst buiten het officiële contract om betaalde extra vergoedingen niet zijn begrepen in de lonen volgens de aangiften loonbelasting.
3. Overwegende, dat de ambtsedige verklaring opgemaakt door [verbalisant 8] , hoofdinspecteur-titulair, hoofd van de inspectie der direkte belastingen te Kerkrade, welke verklaring als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt -zakelijk weergegeven-:(p. 800-801)
Ondergetekende verklaart dat de navolgende aangiftebiljetten loonbelasting en premie ten name van SPORTVERENIGING RODA J.C. Postbus 400, 6460 AK Kerkrade op of omstreeks de daarbij vermelde data volledig ingevuld en ondertekend ter inspectie werden terug ontvangen:
Aangifte over: | terugontvangen: |
Januari 1984 | 1 maart 1984 |
Februari 1984 | 2 april 1984 |
Maart 1984 | 2 mei 1984 |
April 1984 | 30 mei 1984 |
Mei 1984 | 2 juli 1984 |
Juni 1984 | 2 augustus 1984 |
Juli 1984 | 4 september 1984 |
Augustus 1984 | 2 oktober 1984 |
September 1984 | 1 november 1984 |
Oktober 1984 | 30 november 1984 |
November 1984 | 31 december 1984 |
December 1984 | 4 februari 1984 |
4. Overwegende, dat het schrijven van de inspecteur der directe belastingen te Kerkrade d.d. 15 juli 1986 ten name van Sportvereniging Roda J.C. Kerkrade, betreffende de nadeelberekening loonbelasting en premies volksverzekeringen over de periode 1-7-197/1-1-1985, welk schrijven als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt-zakelijk weergegeven-:
(p. 802-803)
Op basis van de resultaten van het opsporingsonderzoek, zoals neergelegd in het proces verbaal nummer 85.227/85.227a, opgemaakt door de Fiscale Recherche van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst Haarlem, wordt het door de fiscus geleden nadeel in ten onrechte niet ingehouden en afgedragen loonbelasting en premies volksverzekeringen berekend op de navolgende bedragen:
Over het jaar 1984:
meer netto loon uitbetaald dan verantwoord | f. 135.675,00 |
te weinig ingehouden en afgedragen loonbelasting | f. 117.391,00 |
te weinig ingehouden en afgedragen premie volksverzekeringen | f. 29.421,00 |
5. Overwegende, dat het uittreksel uit het verenigingenregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Mijnstreek te Heerlen, d.d. 8 juli 1986, welk uittreksel als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt -zakelijk weergegeven-:(p. 829-833)
Situatie per 12 september 1985, registratiedatum 3 september 1985
De vereniging is geregistreerd onder het nummer V 186913 bij de Kamer van Koophandel te Heerlen
Statutaire naam: Sportvereniging Roda J.C.
Verkorte naam: S.V. Roda J.C.
Statutaire woonplaats: Kerkrade
Datum oprichting: 10 november 1954, datum stat. beëindiging: datum onbepaald
De vereniging is koninklijk erkend
De statuten zijn opgenomen in een notariële akte
Situatie per 5 september 1985, registratiedatum 3 september 1985
Familienaam: [betrokkene 5]
Voornaam: [betrokkene 5]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1916
Adres: [geboortedatum]
Titel van deze bestuurder: voorzitter
Datum van benoeming: september 1978
Datum uittreding: 20 mei 1985
Gezamenlijk met een of meer andere bestuurders bevoegd (zie statuten)
Situatie per 5 september 1985, registratiedatum 3 september 1985
Familienaam: [betrokkene 6]
Voornaam: [betrokkene 6]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1921
Adres: [a-straat 2]
Titel van deze bestuurder: secretaris
Datum van benoeming: juni 1974
Datum uittreding: 15 juli 1985
Gezamenlijk met een of meer andere bestuurders bevoegd (zie statuten)
Situatie per 5 september 1985, registratiedatum 3 september 1985
Familienaam: [betrokkene 2]
Voornaam: [betrokkene 2]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1926
Adres: [b-straat 1]
Titel van deze gevolmachtigde: penningmeester
Datum ingang der vertegenwoordigingsbevoegdheid: 1 juli 1980
Datum einde vertegenwoordigingsbevoegdheid: 15 juli 1985
Situatie per 12 september 1985, registratiedatum 3 september 1985
Familienaam: [verdachte]
Voornaam: [verdachte]
Geboortedatum: [geboortedatum] 1926
Adres: [c-straat 1]
Titel van deze gevolmachtigde: manager
Datum ingang der vertegenwoordigingsbevoegdheid: 1 juli 1980
De vertegenwoordigingsbevoegdheid is beperkt
De vertegenwoordigingsbevoegdheid is in een volmacht vastgesteld
6. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand januari 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
7. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand februari 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
8. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand maart 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
9. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand april 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
10. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand mei 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
11. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand juni 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
12. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand juli 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
13. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand augustus 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
14. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand september 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
15. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand oktober 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
16. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand november 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
17. Overwegende, dat het aangiftebiljet loonbelasting en premie over de maand december 1984, hetwelk als bijlage is gevoegd bij het hiervoor genoemde proces-verbaal nr. 85.227a, onder meer inhoudt – zakelijk weergegeven – :
[Aangiftebiljet loonbelasting en premie hier niet weergegeven in verband met privacygegevens]
4.3. In aansluiting op de bewijsvoering heeft het Hof voorts overwogen hetgeen in de toelichting op het middel onder 4 is weergegeven.
5. Beoordeling van het middel
5.1. Voor zover in het middel wordt uitgegaan van de opvatting dat degene die juridisch ondergeschikt is aan het bestuur van een rechtspersoon niet kan worden veroordeeld ter zake van het feitelijke leiding geven aan een verboden gedraging begaan door die rechtspersoon, faalt het, aangezien deze opvatting geen steun vindt in het recht.
5.2. Het Hof heeft uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kunnen afleiden hetgeen het in zijn overwegingen weergegeven in de toelichting op het middel onder 4 heeft vastgesteld, te weten dat de verdachte actief betrokken was bij onder meer het aanwerven van spelers en trainers en bij het bepalen van de deels “zwart” uit te betalen lonen aan dezen, dat zijn voorstellen door de Commissie Betaald Voetbal feitelijk werden gevolgd, en dat de verdachte het beheer had over de “zwarte kas” en op de hoogte was van de verboden handelingen. Hiervan uitgaande heeft het Hof terecht geoordeeld dat sprake was van feitelijke leiding geven aan een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, begaan door een rechtspersoon.
5.3. Het verweer dat de verdachte niet in staat was maatregelen ter voorkoming van een onjuiste belastingaangifte te treffen omdat hij daartoe de bevoegdheid miste, is reeds weerlegd door de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen, zodat het Hof niet was gehouden daarop nog afzonderlijk in te gaan.
5.4. Het middel treft dus geen doel.
6. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
7. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president Bronkhorst als voorzitter, en de raadsheren Govaerts en Neleman, in bijzijn van de griffier Sillevis-Smitt-Mülder, en uitgesproken op 21 januari 1992.