NJ 1991, 219
HR, 13-11-1990, nr. 87571
HR 13-11-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8635, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Keijzer, Bleichrodt
- Zaaknummer
87571
- Conclusie
A-G Meijers
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8635
- JCDI
JCDI:ADS146524:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8635, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑1990
- Wetingang
Sv art. 268; Sv art. 423 lid 2; Sv art. 500d; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Geen ‘impartial tribunal’ in de zin van art. 6 lid 1 EVRM (Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden). Zittingsrechter had eerder als rechter-commissaris (kinderrechter) met de zaak bemoeiingen, die gericht waren op het verzamelen van bewijsmateriaal. Het hof heeft het verweer ten onrechte verworpen en had de zaak cfm. art. 423 lid 2 Sv moeten verwijzen naar de rechtbank.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof Arnhem van 20 juni 1989 in de strafzaak tegen Y.E.
Hoge Raad:
1
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.