NJ 1991, 8
HR, 20-03-1990, nr. 86471
HR 20-03-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AD1059, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Mout, Keijzer, Govaerts, Fokkens
- Zaaknummer
86471
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AD1059
- JCDI
JCDI:ADS66084:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1059, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1059, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑1990
- Wetingang
Sr art. 51; Sr art. 69; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 528
Essentie
1. Vertegenwoordiging van failliete besloten vennootschap; op de vraag van de raadsman of vB de besloten vennootschap kan vertegenwoordigen of dat de curator ter zitting aanwezig moet zijn, heeft het hof, in aanmerking genomen zijn vaststelling dat die vB door de directrice mondeling gemachtigd was, kunnen beslissen dat deze de vennootschap kon vertegenwoordigen.
2. Noch de omstandigheid dat van een verdachte vennootschap het faillissement wordt uitgesproken, noch de omstandigheid dat het ten tijde van het ten laste gelegde feit door de verdachte vennootschap uitgeoefende bedrijf inmiddels door een andere vennootschap wordt voortgezet, brengt mee dat het Openbaar Ministerie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.