NJ 1990, 291
HR, 18-09-1989, nr. 85269
HR 18-09-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC8183, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 september 1989
- Magistraten
Bronkhorst, Van Den Blink, Beekhuis, Keijzer, Bleichrodt, Meijers
- Zaaknummer
85269
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
ZC8183
- JCDI
JCDI:ADS117824:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC8183, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑09‑1989
- Wetingang
Sr art. 41
Essentie
In 's hofs overweging besloten liggend oordeel dat de situatie in redelijkheid beschouwd niet zodanig bedreigend was dat er sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding is feitelijk, niet onbegrijpelijk en geeft geen blijk van een onjuiste opvatting omtrent art. 41 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 30 mei 1988 in de strafzaak tegen Eugene V, geboren te Paramaribo (Suriname) op 11 febr. 1938, te Amsterdam.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep bevestigd een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.