NJ 1989, 555
HR, 22-11-1988, nr. 83885
HR 22-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0509, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Beekhuis, Govaerts, Fokkens
- Zaaknummer
83885
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD0509
- JCDI
JCDI:ADS66039:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0509, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0509, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑1988
- Wetingang
Sr art. 63; Sv art. 270; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; Sv art. 398; Sv art. 423 lid 2; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder b; EVRM art. 6 lid 3 onder c; IVBP art. 14 lid 3 onder b; IVBP art. 14 lid 3 onder c; IVBP art. 14 lid 3 onder d
Essentie
1. 's Hofs verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in verband met overschrijding van de redelijke termijn betreft ook het totale tijdsverloop vanaf het plegen van het feit tot aan de behandeling in hoger beroep.
2. Verstekbehandeling door de kantonrechter na bericht van verhindering van verdachte; verwerping van het verweer dat de zaak moest worden teruggewezen naar de kantonrechter niet in strijd met art. 6 lid 3 onder b en c Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en art. 14 lid 3 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.