HR, 31-03-1987, nr. 80621

Documentgegevens:

HR 31-03-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9794

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 31 maart 1987
Magistraten: Bronkhorst, De Waard, Keijzer, Remmelink
Zaaknummer: 80621
LJN: AC9794
JCDI: JCDI:ADS146464:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AC9794, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑03‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9794, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑1987
Wetingang: Sv art. 338; Sv art. 353

Essentie

Door deze publikatie vervalt NJ 1987, 853 (Red.)

Samenvatting

1. 's Hofs oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de getuige haar verklaring uitsluitend heeft afgelegd in het licht van de huiszoeking (welke geschiedde zonder geldige last) en haar aanhouding is niet onbegrijpelijk; tot nadere motivering was het hof niet gehouden.

2. De klacht dat het hof geen beslissing heeft genomen over de — in het arrest genoemde — inbeslaggenomen goederen faalt, reeds omdat op de niet-nakoming van art. 353 Sv geen nietigheid is gesteld en deze ook niet uit de aard van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.