NJ 1987, 363
HR, 04-11-1986, nr. 79048
HR 04-11-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AB8903
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 1986
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, De Waard, Jeukens, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
79048
- LJN
AB8903
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AB8903, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AB8903, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑1986
- Wetingang
Sr art. 225; Sr art. 322; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 350; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Toereikend bewijs dat verdachte het geld ‘uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich had’; geen grondslagverlating ten aanzien van ‘onder zich hebben’; de aan de toeeigeningshandelingen voorafgaande gefingeerde telefonische opdrachten kon het hof aldus verstaan, dat de verdachte daarmede beoogde zijn wederrechtelijk handelen te bemantelen.
2. Toereikend bewijs dat de ‘client-betaling voor intern gebruik’ bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen; de bewijsmiddelen met betrekking tot deze vorm van client-betaling zijn niet tegenstrijdig: onder omstandigheden kan zij mede tot bewijs van de telefonisch gegeven opdracht dienen.
3. De verklaring van verdachte is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.