NJ 1986, 481
HR, 14-01-1986, nr. 78879
HR 14-01-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC3383
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 januari 1986
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Beekhuis, Leijten
- Zaaknummer
78879
- LJN
AC3383
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC3383, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑01‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC3383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑1986
- Wetingang
Sv art. 316; Sv art. 338; Sv art. 358 lid 3; RO art. 99 lid 1 onder 1°; Wapenwet art. 3
Essentie
1. Schorsing van het onderzoek om een getuige door de R-C te doen horen betekent niet dat het reeds verkregen bewijsmateriaal onvoldoende wordt geacht, maar slechts dat de rechter nog een of ander feit nader wil zien belicht; de rechter blijft geheel vrij in de waardering van het reeds verkregen bewijs.
2. Dat de R-C de identiteit van de in de getuigenverklaring genoemde politieman niet meer kon achterhalen, brengt niet mede dat die verklaring niet meer tot bewijs mocht worden gebezigd; geen strijd met enig beginsel van een goede procesorde door gebruik van deze verklaring.
3. Geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.