NJ 1986, 126
HR, 19-11-1985, nr. 1661
HR 19-11-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC9098, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 1985
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
1661
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AC9098
- JCDI
JCDI:ADS65501:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC9098, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC9098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑1985
- Wetingang
Sr art. 51 lid 2 onder 2°; Sv art. 250 lid 5
Essentie
1. De stelling dat het aan de OvJ niet vrij zou staan iemand te vervolgen ter zake van het geven van feitelijke leiding aan verboden gedragingen van een rechtspersoon, waarmee diegene ten tijde van de gedraging reeds iedere relatie heeft verbroken, die volgens het OM aan die verboden gedraging leiding gaf, vindt in haar algemeenheid geen steun in het recht. Bij de behandeling van een bezwaarschrift als bedoeld in art. 250 Sv kan met een summier onderzoek worden volstaan; het hof was niet gehouden tot een met redenen omklede beslissing.
2. Van feitelijk leiding geven aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.