HR, 10-09-1985, nr. 78486

Documentgegevens:

HR 10-09-1985, ECLI:NL:HR:1985:AC1589

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 10 september 1985
Magistraten: Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Leijten
Zaaknummer: 78486
LJN: AC1589
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1985:AC1589, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑09‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC1589, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑06‑1985
Wetingang: Sr art. 137e; Sv art. 326

Essentie

1. Uit het p.-v. der zitting blijkt niet dat de voorzitter van het hof de raadsman heeft belet zijn pleitnota in haar geheel voor te dragen.

2. Het hof heeft de grondslag der telastelegging ter zake van art. 137e Sr niet verlaten doch vastgesteld dat een deel daarvan door een kennelijke omissie was weggevallen.

3. Toereikend bewijs dat verdachte wist/redelijkerwijze moest vermoeden dat de uitlatingen in het boekje een anti-joods karakter hebben.

Samenvatting

Ad 1. Het p.-v. der terechtzitting in hoger beroep houdt o.m. het volgende in: ‘De raadsman voert het woord conform zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.