HR, 20-03-1984, nr. 76648

Documentgegevens:

HR 20-03-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AC8345

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 20 maart 1984
Magistraten: Moons, Bronkhorst, De Waard, Hermans, Jeukens, Remmelink
Zaaknummer: 76648
LJN: AC8345
Vakgebied(en): Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1984:AC8345, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AC8345, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑1984
Wetingang: Sv art. 27; Sv art. 261; Sv art. 338; Opiumwet art. 1 lid 4; Opiumwet art. 9 lid 1

Essentie

1. ‘Binnen het grondgebied van Nederland brengen als bedoeld in de Opiumwet’ is voldoende duidelijk, nu geen verweer is gevoerd.

2. Toereikende weerlegging van het verweer inzake het ontbreken van een redelijk vermoeden van schuld aan enig bij de Opiumwet als misdrijf strafbaar gesteld feit.

Samenvatting

Ad 1. Telastelegging: Verdachte heeft opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland gebracht als bedoeld in de Opiumwet een hoeveelheid cocaine.

HR: Het Hof heeft kunnen oordelen dat de telastelegging niet in duidelijkheid tekortgeschoten is door de daarin vervatte verwijzing naar de Opiumwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.