NJ 1984, 349
HR, 29-11-1983, nr. 75731U-II
HR 29-11-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AC8208, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 1983
- Magistraten
Royer, De Groot, De Waard, Hermans, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
75731U-II
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC8208
- JCDI
JCDI:ADS65904:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AC8208, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AC8208, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑1983
- Wetingang
UW 1967 art. 5 lid 3; UW 1967 art. 9 lid 1 onder d; UW 1967 art. 9 lid 1 onder e; UW 1967 art. 18 lid 3 onder b; UW 1967 art. 31 lid 4; UW 1967 art. 37; EUV art. 1; EUV art. 2 lid 2; EUV art. 10; EUV art. 12 lid 2 onder b; Sr art. 76; Verdrag van Wittem (EUV) art. 2 lid 2; Verdrag van Wittem (EUV) art. 5 lid 1
Essentie
1. Uitlevering naar BRD; de uiteenzetting der feiten vermeldt voor een deel der feiten in het geheel geen plaats; uitlevering voor die feiten ontoelaatbaar.
2. Het verweer dat de opgeeiste persoon onvoldoende gelegenheid heeft gehad zich te verdedigen faalt op grond van de inhoud van een brief van de Leitende Oberstaatsanwalt.
3. Beroep op verjaring naar Nederlands recht faalt; omzetting in een Gesamtstrafe heeft hetzelfde gevolg als stuiting van de executie-verjaring.
4. De opgeeiste persoon heeft geen belang bij zijn verweer dat de boete reeds voldaan was en deswege uitlevering ter zake van het gehele Gesamtstrafenbeschluss ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.