HR, 22-04-1980, nr. 71299E

Documentgegevens:

HR 22-04-1980, ECLI:NL:PHR:1980:AD2219

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 22 april 1980
Magistraten: Moons, Bronkhorst, Wijnholt, De Waard, Hermans
Zaaknummer: 71299E
LJN: AD2219
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1980:AD2219, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑1980
ECLI:NL:PHR:1980:AD2219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑1980
Wetingang: Vleeskeuringswet art. 13; Warenwet 1935 art. 24

Essentie

1. Aanwezig hebben van bedorven vlees in een slagerij; het Hof hoefde niet te antwoorden op een verweer betreffende onrechtmatig verkregen bewijs.

2. Sulfiet in gehakt; tweevoudig onderzoek als bedoeld in art. 24 Warenwet 1935.

Samenvatting

1. Verweer: Het bewijsmateriaal is onrechtmatig verkregen nu verdachte een recht op herkeuring is onthouden. Zolang de herkeuringsmogelijkheid nog openstaat mag niet van bedorven vlees gesproken worden.

HR: Ingevolge art. 13 Vleeskeuringswet bestaat een recht op herkeuring slechts in geval als bedoeld in art. 12. Nu het Hof de bewezenverklaring niet heeft doen steunen op resultaten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.