NJ 1980, 205
HR, 18-12-1979, nr. 70982
HR 18-12-1979, ECLI:NL:PHR:1979:AC6755
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 1979
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Van Den Blink, Wijnholt, De Waard
- Zaaknummer
70982
- LJN
AC6755
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1979:AC6755, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑1979
ECLI:NL:PHR:1979:AC6755, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑1979
- Wetingang
IVBP art. 26; Sv art. 358 lid 3; WGMD art. 12
Essentie
Diensttijd van gewetensbezwaarden en militairen: geen discriminatie; art. 12 Wet gewetensbezwaren militaire dienst niet onverbindend in verband met art. 26 Int. Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
Geen rechtsregel verplicht de rechter bepaaldelijk te beslissen omtrent enig alleen in het kader van het opsporingsonderzoek gevoerd verweer.
Samenvatting
Hof: Het verschil in diensttijd levert geen inbreuk op art. 26 Verdrag op. Dit verschil vindt zijn rechtvaardiging in het verschil in de aard van de militaire dienst en de — in het algemeen als lichter aan te merken — vervangende dienst en in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.