HR, 20-12-1977, nr. 69155

Documentgegevens:

HR 20-12-1977, ECLI:NL:PHR:1977:AC6148

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 20 december 1977
Magistraten: Moons, Bronkhorst, Royer, Van Den Blink, Wijnholt
Zaaknummer: 69155
LJN: AC6148
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1977:AC6148, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑12‑1977
ECLI:NL:PHR:1977:AC6148, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑1977
Wetingang: Sv art. 326; Sv art. 339; Sv art. 418; Sv art. 422; WVW art. 30

Essentie

‘Verdachte betwist de getuigenverklaring niet’; de HR toetst marginaal 's Hofs oordeel, dat de getuigenverklaring in prima niet is betwist; geen uitdrukkelijke verklaring van verdachte van niet-betwisting vereist.

De verhouding tussen artt. 418 jo. 322, lid 2, Sv. en art. 422, lid 2, Sv. Bewust zijn bij overtreding van art. 30, lid 1, WVW; ervaringsregel.

Samenvatting

Hoge Raad: Het Hof is tot het oordeel kunnen komen dat de verklaringen van verdachte en getuige onderling niet wezenlijk verschillen. Het stond het Hof derhalve vrij die verklaring als bewijsmiddel te bezigen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.