NJ 1971, 192
HR, 02-03-1971
HR 02-03-1971, ECLI:NL:PHR:1971:AB3484, m.nt. Ch.J. Enschedé
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 1971
- Magistraten
Van Der Loos, Moons, Fikkert, Van Dijk, Van Der Ven
- Zaaknummer
[1971-03-02/NJ_53066]
- Noot
Ch.J. Enschedé
- LJN
AB3484
- JCDI
JCDI:ADS65583:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1971:AB3484, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑1971
ECLI:NL:PHR:1971:AB3484, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑1971
- Wetingang
Sv art. 344
Samenvatting
Voor de aan het middel ten grondslag liggende eis, dat uit 's Hofs arrest blijkt dat hetgeen bedoeld relaas inhoudt ook werkelijk door verbalisant Van der Ven zelf is waargenomen, bevonden of verricht, is geen steun te vinden in de wet.*
* Zie de noot onder het arrest (Red).
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van L.P. v.d. L, ten tijde van het bestreden arrest gedetineerd in het Huis van Bewaring te 's-Hertogenbosch, req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 2 nov. 1970, waarbij in hoger beroep, met vernietiging van een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.