NJ 1954, 368
HR, 06-04-1954: Singapore
HR 06-04-1954, ECLI:NL:HR:1954:2, m.nt. B.V.A. Röling (Singapore)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 1954
- Magistraten
Mrs. Fick, Feber [Rapp.], Vrij, Westerouen van Meeteren, Haga;
- Zaaknummer
[1954-04-06/NJ_131170]
- Conclusie
P-G Van Asch van Wijck
- Noot
B.V.A. Röling
- Roepnaam
Singapore
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS117108:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1954:2, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑1954
- Wetingang
Essentie
Medeplegen van oplichting. — Plaats van het misdrijf.
Samenvatting
Het bewezenverklaarde voorwenden en bij de V. den indruk wekken, en daarmede het bewegen van dien getuige, werden evenzeer verricht door req. als door Va., waarbij bepaaldelijk req. de bedoelde paklijst (zie arrest, Red.) aldus samenstelde hoewel hij vooral de vaten en kisten op de hiervoren aangegeven wijze had ingepakt, mede door welke handelwijze de V., die juist de medewerking van req. als desk, had bedongen, werd misleid en bewogen, terwijl req. wist dat zijn handelwijze tot die misleiding en dat bewegen moest dienen.
Daaraan doet niet af dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.