BNB 2012/24
Forfaitaire vaststelling van de mate van vervuiling. ‘Gebruikt water’ omvat al het ten behoeve van het productieproces gebruikte water
HR 14-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1499, m.nt. S. Bosma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2011
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Bavinck, Leemreis, Punt, Overgaauw
- Zaaknummer
10/01220
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
S. Bosma
- LJN
BP1499
- JCDI
JCDI:ADS169493:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BP1499, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1499, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑12‑2010
- Wetingang
Art. 22 Wet VO; Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren, Bijlage II
Essentie
Forfaitaire vaststelling van de mate van vervuiling. ‘Gebruikt water’ omvat al het ten behoeve van het productieproces gebruikte water
Samenvatting
Belanghebbende heeft een visfileerbedrijf. De te fileren vis wordt aangeleverd in bakken die (veelal) ook water bevatten. Dat water wordt samen met het fileerafval vanuit de bedrijfsruimte met stromend leidingwater geloosd op de riolering. Belanghebbende wenst voor de toepassing van de verontreinigingsheffing oppervlaktewateren het aantal vervuilingseenheden te berekenen op basis van een afvalwatercoëfficiënt, zoals bedoeld in de Tabel afvalwatercoëfficiënten behorend bij de heffingsverordening van het waterschap. Bij toepassing van deze forfaitaire regeling wordt het aantal vervuilingseenheden bij een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.