Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/39
Schuldsanering. Cassatieprocesrecht. Beëindiging schuldsanering. Kan bewindvoerder cassatieberoep instellen (art. 351 Fw)? Beoordelingsvrijheid rechter t.a.v. beëindiging; gronden art. 350 lid 3, aanhef en onder c, Fw; maatstaf; motivering.
HR 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1949
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 december 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorf, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03261
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1949, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Cassatieprocesrecht. Beëindiging schuldsanering. Kan bewindvoerder cassatieberoep instellen (art. 351 Fw)? Beoordelingsvrijheid rechter t.a.v. beëindiging; gronden art. 350 lid 3, aanhef en onder c, Fw; maatstaf; motivering.
Samenvatting
Een redelijke wetsuitleg brengt mee dat in een geval als dit, waarin de voordracht tot beëindiging van de wettelijke schuldsanering (art. 350 Fw) is gedaan op een daartoe strekkend verzoek van de bewindvoerder en de in eerste aanleg uitgesproken beëindiging in hoger beroep alsnog wordt geweigerd, de bewindvoerder kan worden aangemerkt als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij zoals bedoeld in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.