Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 508/2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006, (EG) nr. 791/2007 en (EU) nr. 1255/2011
Artikel 82 Toepassingsgebied en doelstellingen
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 149 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 508/2014)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
De op grond van dit hoofdstuk verleende steun draagt bij tot de versterking van de ontwikkeling en uitvoering van het GMB van de Unie. De steun heeft ten doel:
- a)
de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van een geïntegreerd bestuur inzake maritieme en kustgerelateerde zaken te bevorderen, in het bijzonder door:
- i)
maatregelen te stimuleren om de lidstaten en hun regio's aan te moedigen tot de ontwikkeling, invoering of uitvoering van een geïntegreerd maritiem bestuur;
- ii)
de dialoog en de samenwerking met en tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de belanghebbende partijen op het gebied van mariene en maritieme zaken te bevorderen, onder meer via de ontwikkeling en uitvoering van geïntegreerde zeegebiedstrategieën, daarbij rekening houdend met een evenwichtige aanpak in alle zeegebieden en met de kenmerken van de verschillende zeegebieden en onderzeegebieden, alsmede, in voorkomend geval, de toepasselijke macroregionale strategieën;
- iii)
sectoroverschrijdende samenwerkingsplatforms en -netwerken te stimuleren, waaraan wordt deelgenomen door onder meer vertegenwoordigers van overheidsinstanties op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, de industrie, waaronder het toerisme, bij onderzoek betrokken partijen, burgers, organisaties van het maatschappelijk middenveld en de sociale partners;
- iv)
de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren door uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen hun bevoegde autoriteiten;
- v)
de uitwisseling van beste praktijken en de dialoog op internationaal niveau, onder meer in de vorm van een bilaterale dialoog met derde landen, te stimuleren, waarbij rekening wordt gehouden met UNCLOS en de desbetreffende internationale verdragen die gebaseerd zijn op het UNCLOS, onverminderd andere overeenkomsten of regelingen tussen de Unie en de betrokken derde landen. Deze dialoog omvat in voorkomend geval een doeltreffende discussie over de ratificatie en uitvoering van UNCLOS;
- vi)
de zichtbaarheid van de geïntegreerde benadering van maritieme zaken te vergroten en zowel de overheid en de particuliere sector als het grote publiek bewuster te maken van deze aanpak;
- b)
bij te dragen tot de ontwikkeling van sectoroverschrijdende initiatieven ten bate van de maritieme sectoren en/of het sectorale beleid die rekening houden met en voortbouwen op bestaande instrumenten en initiatieven, in het bijzonder op het gebied van:
- i)
het IMS, met als doel het veilige, beveiligde en duurzame gebruik van de maritieme ruimte te versterken, in het bijzonder door de efficiëntie en de doeltreffendheid via de sector- en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie te verbeteren met inachtneming van bestaande en toekomstige samenwerkingsmechanismen en -systemen;
- ii)
processen van maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd beheer van kustgebieden;
- iii)
de geleidelijke ontwikkeling van een alomvattende, openbaar toegankelijke en degelijke mariene gegevens- en kennisbasis om het delen, hergebruiken en verspreiden van die gegevens en deze kennis tussen verschillende gebruikersgroepen te vergemakkelijken, en zo overlappingen te voorkomen; daartoe dient zo goed mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande programma's van de Unie en van de lidstaten;
- c)
duurzame economische groei, werkgelegenheid, innovatie en nieuwe technologieën in opkomende en toekomstgerichte maritieme sectoren en in kust- en eilandgebieden en ultraperifere regio's van de Unie te ondersteunen op een manier die complementair is aan de bestaande sectorale en nationale activiteiten;
- d)
de bescherming van het mariene milieu, in het bijzonder de biodiversiteit ervan alsmede beschermde mariene gebieden zoals de Natura 2000-gebieden, te bevorderen, het duurzame gebruik van de mariene en kusthulpbronnen te stimuleren en de grenzen van de duurzaamheid van menselijke activiteiten met een impact op het mariene milieu nader te omschrijven, overeenkomstig de doelstellingen inzake het bereiken of behouden van een goede milieutoestand, zoals vereist bij Richtlijn 2008/56/EG.