Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 473/2013 gemeenschappelijke voorschriften monitoren en beoordelen ontwerpbegrotingsplannen en garanderen correctie buitensporige tekorten lidstaten eurozone
Artikel 6 Monitoringeisen
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2013
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 473/2013)
- Inwerkingtreding
30-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 473/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
Uiterlijk 15 oktober van elk jaar dienen de lidstaten bij de Commissie en bij de Eurogroep een ontwerpbegrotingsplan voor het komende jaar in. Dat ontwerpbegrotingsplan stemt overeen met de aanbevelingen die in het kader van het SGP zijn gedaan en, in voorkomend geval, met de aanbevelingen in het kader van de jaarlijkse toezichtcyclus, met inbegrip van de procedure betreffende macro-economische onevenwichtigheden, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1176/2011, en adviezen over de economische partnerschapsprogramma's als bedoeld in artikel 9.
2.
Zodra de ontwerpbegrotingsplannen als bedoeld in lid 1, bij de Commissie zijn ingediend, worden zij openbaar gemaakt.
3.
Het ontwerpbegrotingsplan bevat de volgende informatie voor het komende jaar:
- a)
het nagestreefde begrotingssaldo voor de overheid als percentage van het bruto binnenlands product (bbp), uitgesplitst naar subsector van de overheid;
- b)
de projecties bij ongewijzigd beleid voor de uitgaven en ontvangsten van de overheid als percentage van het bbp en de belangrijkste onderdelen daarvan, met inbegrip van bruto-investeringen in vaste activa;
- c)
de doelstellingen voor de uitgaven en ontvangsten van de overheid en de belangrijkste onderdelen daarvan als percentage van het bbp, rekening houdend met de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1466/97 vastgelegde voorwaarden en criteria voor de vaststelling van het groeipad van de overheidsuitgaven ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde;
- d)
relevante gegevens over de overheidsuitgaven naar functie, met inbegrip van onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid, en, waar mogelijk, indicaties over de te verwachten verdelingseffecten van de belangrijkste uitgave- en ontvangstenmaatregelen;
- e)
een beschrijving en kwantificering van de uitgaven- en ontvangstenmaatregelen in de ontwerpbegroting voor het komende jaar op het niveau van elke subsector voor het overbruggen van de kloof tussen de onder c) bedoelde doelstellingen en de overeenkomstig punt b) verstrekte projecties bij ongewijzigd beleid;
- f)
de voornaamste aannamen van de onafhankelijke macro-economische prognoses en belangrijke economische ontwikkelingen die relevant zijn voor de verwezenlijking van de begrotingsdoelstellingen;
- g)
een bijlage bevattende de methode, economische modellen en aannamen, en alle andere relevante parameters die de onafhankelijke macro-economische prognoses onderbouwen, en de geraamde impact van de geaggregeerde budgettaire maatregelen op de economische groei;
- h)
indicaties over de wijze waarop hervormingen en maatregelen in het ontwerpbegrotingsplan, met inbegrip van met name openbare investeringen, gevolg geven aan de geldende aanbevelingen welke overeenkomstig artikel 121 en artikel 148 VWEU tot de betrokken lidstaat zijn gericht en bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen in het kader van de strategie van de Unie voor groei en werkgelegenheid.
De beschrijving als bedoeld in lid 1, onder e), mag minder gedetailleerd zijn voor maatregelen waarvan het effect op de begroting op minder dan 0,1 % van het bbp wordt geraamd. Er wordt bijzondere en uitdrukkelijke aandacht besteed aan belangrijke plannen tot hervorming van het begrotingsbeleid die overloopeffecten kunnen hebben voor andere lidstaten die de euro als munt hebben.
4.
Indien de overeenkomstig lid 3 in het ontwerpbegrotingsplan vermelde begrotingsdoelstellingen of de projecties bij ongewijzigd beleid verschillen van die in het recentste stabiliteitsprogramma, worden de verschillen naar behoren gemotiveerd.
5.
De specificaties betreffende de inhoud van het ontwerpbegrotingsplan worden uiteengezet in een door de Commissie in samenwerking met de lidstaten vastgesteld geharmoniseerd kader.