Rb. Midden-Nederland, 08-09-2020, nr. C/16/507633 / FA RK 20-4795
ECLI:NL:RBMNE:2020:3966
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
08-09-2020
- Zaaknummer
C/16/507633 / FA RK 20-4795
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2020:3966, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 08‑09‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Beschikking)
Uitspraak 08‑09‑2020
Inhoudsindicatie
Zorgmachtiging in de ambulante setting. Bij een opname na drie maanden na afgifte van de zorgmachtiging niet opnieuw een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek nodig. Artikel 8:9 en 10:3 Wvggz vormen voldoende waarborg.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/507633 / FA RK 20-4795
Betrokkene nummer: [betrokkene nummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 8 september 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1990, te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.T.M. de Haan.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 6 augustus 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvgzz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 september 2020 en op 8 september 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:- de advocaat,- mevrouw [A] , psychiater.De gehoorde personen bevonden zich in afzonderlijke ruimtes. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
De mondelinge behandeling was gepland op 4 september 2020. Vanwege technische problemen aan de kant van de rechtbank viel tijdens deze zitting de verbinding weg. De mondelinge behandeling is daarom voortgezet naar 8 september 2020. Het lukte toen echter niet om telefonisch contact met betrokkene te krijgen. De rechtbank heeft besloten om de mondelinge behandeling voort te zetten zonder aanwezigheid van betrokkene omdat tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2020 voldoende duidelijk is geworden wat de bedoeling is van de zorgmachtiging en ook het standpunt van betrokkene daarover.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.
2. Beoordeling
2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Toelichting: Patiënte is gevoelig voor toename van achterdocht als zij stopt met de anti-psychotische medicatie, maar heeft ook een zeer ambivalente relatie met medicatie. Zonder medicatie nemen haar psychotische klachten en daarmee ook haar suïcidaliteit toe. Ze is bekend met therapie ontrouw en liegen hierover. In zowel klinische als ambulante situatie volgens voorschrift oraal en/of depotmedicatie gebruiken. Meewerken aan (medicatiegebruik gerelateerde) benodigde somatische- en bloed(spiegel)controles.
beperken van de bewegingsvrijheid;
Toelichting: In geval van opname op een gesloten afdeling kan de afdeling niet verlaten worden, ofwel slechts onder begeleiding.
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
Toelichting: Indien patiënte een suïcideplan heeft, kan het noodzakelijk zijn om voor haar
eigen veiligheid de woon- of verblijfsruimte te controleren op gevaarlijke
voorwerpen. In geval van een redelijk vermoeden op de aanwezigheid van gevaarlijke
voorwerken en/of gedragsbeïnvloedende middelen. Klinisch.
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
Toelichting: Voor het adequaat behandelen van de problematiek en daarmee verminderen
van de suïcidaliteit is het van belang dat patiënte afspraken met behandelaren nakomt en de
behandeling aangaat, ondanks haar neiging zorg te mijden. Het nakomen van de afspraken
met het behandelteam tijdens het klinisch verblijf dan wel in de ambulante setting. Vrijheden
zullen klinisch gemotiveerd beperkt worden indien de vrees is dat de uitoefening van deze
vrijheid ernstige nadelige gevolgen heeft voor de gezondheidstoestand dan wel ter
voorkoming van verstoring van de orde in het ziekenhuis (zoals in de huisregels
omschreven). Het indien nodig onder toezicht innemen van medicatie.
j. opnemen in een accommodatie.
Toelichting: In de situatie dat patiënte de medicatie niet meer neemt, is tijdelijke opname helpend gebleken bij het herstel van de medicatie inname en herstel van samenwerking met het ambulante team. Indien ambulante verplichte zorg niet langer proportioneel, subsidiair, doelmatig en/of veilig is, is opname noodzakelijk.
2.2.
De betrokkene heeft verklaard dat zij de zorgmachtiging ziet als een stok achter de deur. De advocaat heeft namens haar verklaard dat niet ter discussie staat dat er bij betrokkene sprake is van een stoornis en ernstig nadeel. Betrokkene verzet zich daarom niet tegen een zorgmachtiging. Zij ziet het als een steun in de rug. Ten aanzien van de verplichte zorg merkt de advocaat op dat hij zich afvraagt of de zorg onder sub b noodzakelijk is aangezien dit zijns inziens onder de huisregels van de instelling valt. Verder stelt hij zich op het standpunt dat het van belang is dat wanneer betrokkene wordt opgenomen, dit besluit wordt getoetst door de geneesheer-directeur. Mocht er een opname plaatsvinden na drie maanden na afgifte van de machtiging, moet er bovendien opnieuw een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek plaatsvinden. Dit is in lijn met artikel 5 en 6 van het EVRM en de daarop gebaseerde rechtspraak.
2.3.
De psychiater heeft verklaard dat betrokkene bekend is met een psychotische- en een persoonlijkheidsstoornis en dat zij een uitgebreide hulpverleningsgeschiedenis heeft. Betrokkene toont zich over het algemeen gemotiveerd, maar kan zich op momenten ook ambivalent opstellen ten opzichte van de hulpverlening. Zo heeft zij in het verleden het gebruik van de medicatie gestaakt. Dit is gevaarlijk omdat betrokkene zich dan gaat onttrekken aan zorg en er ook suïcidale gedachtes en gedragingen kunnen ontstaan. De zorgmachtiging is dan ook bedoeld als stok achter de deur en om een vinger aan de pols te kunnen houden. Ten aanzien van opmerkingen van de advocaat over de vormen van zorg heeft de psychiater verklaard dat de zorg onder sub b noodzakelijk is omdat binnen de klinische setting de vrijheden per individu kunnen verschillen. De zorg onder sub b biedt de behandelaren de mogelijkheid om te kijken wat in het geval van betrokkene het meest passend is. Verder wordt een besluit tot opname altijd getoetst door de geneesheer-directeur.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een depressieve stemmingsstoornis.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, met name gelegen in levensgevaar.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz. De rechtbank zal de verplichte zorg onder sub b ook opnemen inde zorgmachtiging, omdat zij het eens is met de behandelaar: deze vorm van verplichte zorg ziet op het mogen opnemen op een gesloten afdeling en het al dan niet toekennen van individuele vrijheden tijdens opname. Dat gaat verder dan de huisregels die voor iedereen in een accommodatie gelden.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Wel zal de rechtbank de restrictie aan de zorgmachtiging verbinden dat de vormen van verplichte zorg onder sub a en h eerst ambulant moeten worden toegepast en dat opname (sub j) alleen is toegestaan als ambulant het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend. Na opname mogen de andere toegestane vormen van verplichte zorg ook klinisch worden toegepast.
2.9.
Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.10.
Ten aanzien van de opmerking van de advocaat dat bij een opname na drie maanden na afgifte van de machtiging opnieuw een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek moet plaatsvinden merkt de rechtbank op dat bij de ten uitvoerlegging van deze zorgmachtiging artikel 8:9, lid 1, Wvggz van toepassing is. Dit artikel bepaalt dat de geneesheer directeur zich op dat moment moet vergewissen van de actuele gezondheidssituatie van de betrokkene. Verder kan betrokkene tegen de beslissing van de geneesheer directeur dan een klacht indienen bij de klachtencommissie, en zo nodig, een verzoekschrift bij de rechtbank (de artikelen 8:9 lid 3 en 10:3 Wvggz.) Door deze waarborg in de wet is naar het oordeel van de rechtbank en anders dan de advocaat meent, geen sprake van strijd met de regelgeving of het recht.
2.11.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden, en geldt aldus tot en met 4 september 2021.
3. Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1990, te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege
die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het
gebruik van communicatiemiddelen, te weten;- het nakomen van afspraken met behandelaren en- medicatie gebruiken volgens voorschrift;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat de verplichte zorg onder sub a en sub h eerst ambulant moet worden toepast;
bepaalt dat de verplichte zorg onder sub j (het opnemen in een accommodatie) alleen mag worden toegepast als het ernstig nadeel niet ambulant kan worden afgewend;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 september 2021.
Deze beschikking is op 4 september 2020 mondeling gegeven door mr. V.M.M. van Amstel, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door H. Meerveld als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 21 september 2020. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. | ||