Einde inhoudsopgave
Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie
Bijlage IV Tijdschema voor het werkprogramma van de Commissie
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2010
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
20-10-2010, PbEU 2010, L 304 (uitgifte: 20-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2010, PbEU 2010, L 304 (uitgifte: 20-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Het werkprogramma van de Commissie gaat vergezeld van een lijst van wetgevings- en niet-wetgevingsvoorstellen voor de volgende jaren. Het werkprogramma van de Commissie heeft betrekking op het volgende jaar en omvat gedetailleerde mededelingen over de prioriteiten van de Commissie voor de daaropvolgende jaren. Het werkprogramma van de Commissie kan zo de basis vormen voor een gestructureerde dialoog met het Parlement, met het oog op het zoeken naar een gemeenschappelijke benadering.
Het werkprogramma van de Commissie omvat ook de initiatieven die worden gepland op het gebied van zachte wetgeving, intrekkingen en vereenvoudiging.
- 1.
In het eerste semester van een gegeven jaar voeren de leden van de Commissie een permanente, geregelde dialoog met de voor hun beleidsterreinen bevoegde parlementaire commissies over de uitvoering van het werkprogramma van de Commissie voor het betrokken jaar en over de voorbereiding van het toekomstige werkprogramma van de Commissie. Op basis van de dialoog brengt elke parlementaire commissie verslag uit over het resultaat daarvan bij de Conferentie van commissievoorzitters.
- 2.
Parallel hiermee houdt de Conferentie van commissievoorzitters geregeld een gedachtewisseling met de voor interinstitutionele betrekkingen bevoegde vicevoorzitter van de Commissie, om de stand van de uitvoering van het lopende werkprogramma van de Commissie te beoordelen, de voorbereiding van het toekomstige werkprogramma van de Commissie te bespreken en de balans op te maken van de resultaten van de lopende bilaterale dialoog tussen de betrokken parlementaire commissies en de bevoegde leden van de Commissie.
- 3.
In juni dient de Conferentie van commissievoorzitters een beknopt verslag in bij de Conferentie van voorzitters, dat de resultaten moet omvatten van het onderzoek van de uitvoering van het werkprogramma van de Commissie, alsmede de prioriteiten van het Parlement voor het volgende werkprogramma van de Commissie, en het Parlement stelt de Commissie hiervan op de hoogte.
- 4.
Op basis van dit beknopte verslag neemt het Parlement tijdens de vergaderperiode van juli een resolutie aan met zijn standpunt, waarin met name verzoeken op basis van initiatief-wetgevingsverslagen worden opgenomen.
- 5.
Elk jaar wordt tijdens de eerste vergaderperiode van september een debat over de stand van de Unie (‘State of the Union’) gehouden, waarbij de voorzitter van de Commissie een toespraak houdt waarin hij de balans opmaakt van het lopende jaar en vooruitkijkt naar de prioriteiten, voor de volgende jaren. Hiertoe stelt de voorzitter van de Commissie dienovereenkomstig voor het Parlement de belangrijkste elementen op schrift die als grondslag voor de voorbereiding van het werkprogramma van de Commissie voor het volgende jaar dienen.
- 6.
Vanaf begin september kunnen de bevoegde parlementaire commissies en de desbetreffende leden van de Commissie bijeenkomen voor een gedetailleerdere gedachtewisseling over de toekomstige prioriteiten op elk beleidsterrein. Deze vergaderingen worden besloten door een vergadering van de Conferentie van commissievoorzitters en het college van commissieleden en door een vergadering van de Conferentie van voorzitters en de voorzitter van de Commissie, naar gelang het geval.
- 7.
In oktober neemt de Commissie haar werkprogramma voor het volgende jaar aan. Vervolgens presenteert de voorzitter van de Commissie dit werkprogramma aan het Parlement, op een passend niveau.
- 8.
Het Parlement kan een debat houden en een resolutie aannemen tijdens de vergaderperiode van december.
- 9.
Dit tijdschema geldt voor elke reguliere programmeringscyclus, met uitzondering van jaren met verkiezingen voor het Parlement die samenvallen met het einde van de ambtstermijn van de Commissie.
- 10.
Dit tijdschema laat toekomstige akkoorden over de interinstitutionele programmering onverlet.