Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 5 Vaste inrichting
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2011
- Bronpublicatie:
05-10-2009, Trb. 2010, 181 (uitgifte: 17-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2011, Trb. 2011, 265 (uitgifte: 22-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag betekent de uitdrukking ‘vaste inrichting’ een vaste bedrijfsinrichting door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.
2.
De uitdrukking ‘vaste inrichting’ omvat in het bijzonder:
- a.
een plaats waar leiding wordt gegeven;
- b.
een filiaal;
- c.
een kantoor;
- d.
een fabriek;
- e.
een werkplaats; en
- f.
een mijn, een olie- of gasbron, een (steen)groeve of een andere plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen.
3.
Een plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie-, montage- of installatiewerkzaamheden of daarmee verband houdende toezichthoudende activiteiten vormt uitsluitend een vaste inrichting indien de duur ervan 9 (negen) maanden overschrijdt.
4.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt de uitdrukking ‘vaste inrichting’ niet geacht te omvatten:
- a.
het gebruik maken van inrichtingen, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar;
- b.
het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of aflevering;
- c.
het aanhouden van een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor bewerking of verwerking door een andere onderneming;
- d.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen;
- e.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;
- f.
het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden, mits het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting dat uit deze combinatie voortvloeit van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.
5.
Indien een persoon — niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger waarop het zesde lid van toepassing is — in een Verdragsluitende Staat werkzaam is namens een onderneming van de andere Verdragsluitende Staat, wordt die onderneming niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, geacht in de eerstgenoemde Verdragsluitende Staat een vaste inrichting te hebben met betrekking tot de werkzaamheden die deze persoon voor de onderneming verricht, indien deze persoon:
- a.
een machtiging bezit om namens de onderneming overeenkomsten te sluiten en dit recht in die Staat gewoonlijk uitoefent, tenzij de werkzaamheden van deze persoon beperkt blijven tot die werkzaamheden genoemd in het vierde lid, die, indien zij zouden worden uitgeoefend door middel van een vaste bedrijfsinrichting, deze vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van dat lid niet tot een vaste inrichting zouden maken; of
- b.
een dergelijke machtiging niet bezit, maar in de eerstgenoemde Staat gewoonlijk een voorraad goederen of koopwaar aanhoudt uit welke hij goederen of koopwaar levert namens de onderneming.
6.
Een onderneming wordt niet geacht een vaste inrichting in een Verdragsluitende Staat te bezitten alleen op grond van de omstandigheid dat zij in die Staat zaken doet door bemiddeling van een makelaar, commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen. Indien de werkzaamheden van een dergelijke vertegenwoordiger evenwel volledig of bijna volledig worden verricht ten behoeve van die onderneming en tussen de onderneming en de vertegenwoordiger voorwaarden worden overeengekomen of opgelegd ten aanzien van hun zakelijke en financiële betrekkingen die afwijken van die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, wordt hij niet beschouwd als een onafhankelijke vertegenwoordiger in de zin van dit lid.
7.
De omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat, een lichaam beheerst of door een lichaam wordt beheerst dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat of dat in die andere Staat zaken doet (hetzij door middel van een vaste inrichting, hetzij op andere wijze), stempelt een van beide lichamen niet tot een vaste inrichting van het andere.