Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/844
Redelijke termijn in hoger beroep. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 13-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1128
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/01233
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1128, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2021
Essentie
Redelijke termijn in hoger beroep. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/01233 P
Datum 13 juli 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 24 maart 2020, nummer 23-002715-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
hierna: de betrokkene.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 24 maart 2020 het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.