FED 2024/114
Biologisch kind geen kind in de zin van de Successiewet; wel discriminatie, maar geen rechtsherstel.
HR 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1130, m.nt. prof. dr. A.E. de Leeuw
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 2024
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Feteris, Wortel, Salomons, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/02354
- Noot
prof. dr. A.E. de Leeuw
- JCDI
JCDI:ADS989161:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1130, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:1201, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑12‑2023
- Wetingang
Art. 2 lid 3 sub i AWR; art. 24 lid 1, art. 32 lid 1 ten 4e sub c SW 1956; art.1 Protocol 1 jo. art. 8 en 14 EVRM
Essentie
Biologisch kind geen kind in de zin van de Successiewet; wel discriminatie, maar geen rechtsherstel.
Samenvatting
Belanghebbende is het biologische kind van de erflater en zij hebben family life. Belanghebbende kan evenwel juridisch geen kind van de erflater worden, aangezien een andere man hem reeds erkend heeft. Het geschil spitst zich daarmee allereerst toe op de vraag of de biologische familieband voldoende is om iemand als ‘kind’ c.q. ‘afstammeling’ in de zin van de Successiewet aan te merken en hem aldus toegang te geven tot het tarief en de vrijstelling voor kinderen, of dat hiervoor tevens een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.