AB 2014/423
Telecommunicatiewet. Contractsvrijheid tussen partijen verzet zich tegen ruime uitleg ACM bevoegdheid in interoperabiliteitsgeschil.
CBb 14-08-2014, ECLI:NL:CBB:2014:323, m.nt. W. Sauter
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
14 augustus 2014
- Magistraten
Mrs. H.O. Kerkmeester, H.S.J. Albers, J.A.M. van den Berk
- Zaaknummer
12/701
- Noot
W. Sauter
- JCDI
JCDI:ADS919481:1
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2014:323, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 14‑08‑2014
- Wetingang
Art. 6.2, 12.2 lid 1 Telecommunicatiewet (Tw)
Essentie
Art 6.2 Tw ten aanzien van het oplossen van interoperabiliteitsgeschillen is niet van toepassing waar partijen reeds op basis van een onderlinge overeenkomst dergelijke verbindingen tot stand hebben gebracht.
Samenvatting
Uit artikel 6.2 lid 1 Tw volgt dat ACM bevoegd is om een aanbieder als daar bedoeld onder door haar te bepalen voorwaarden te verplichten eind- tot eindverbindingen tot stand te brengen en te waarborgen, indien de onderhandelingen bedoeld in artikel 6.1 Tw niet resulteren in een overeenkomst. De verwijzing naar artikel 6.1 Tw maakt duidelijk dat de wetgever het oog heeft gehad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.