Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Uit aanmerking van de uitgaven, welke de Nederlanden zullen te dragen hebben, zoo te dier zake, als ter zake der bij § b van art. 20 aangewezen werken, verbindt zich Belgie, om aan de Nederlanden te betalen eene jaarlijksche som, vastgesteld op vijf en twintig duizend gulden, gedurende den tijd die verloopen zal tusschen de dagteekening van het tegenwoordige verdrag, en het oogenblik dat alle bij § b van art. 20 vermelde werken geheel en al in staat zullen zijn om aan derzelver bestemming te beantwoorden, en op vijftig duizend gulden, van dat tijdstip af te rekenen.