Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/1.1
1.1 Introductie van het onderwerp
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS377113:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Voetnoten
Voetnoten
Andere instrumenten waarmee benadeling van schuldeisers kan worden bestreden zijn de regels betreffende bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9, 2:138/248 BW), de regels betreffende verrekening (art. 6:127 e.v. BW en art. 53 en 54 Fw) en de zorgvuldigheidsnorm die besloten ligt in art. 6:162 BW. Zie voor specifieke toepassingen van laatstgenoemde bepaling in dit verband onder meer HR 28 juni 1957, NJ 1957, 514, nt. LEHR (Erba/Amsterdamse Bank I); 1-IR 14 januari 1983, NJ 1983, 597, nt. BW (Peeters q.q./Gatzen); HR 6 oktober 1989, NI 1990, 286, nt. Ma (Beklamel) en HR 12 juni 1998, NJ 1998, 727, nt. PvS; JOR 1998/107, nt. I(Coral/Stalt).
Zie HR 28 juni 1957, NJ 1957, 514, nt. LEHR (Erba/Amsterdamse Bank I).
Zie HR 24 februari 1995, NJ 1996, 472, nt. WMK(Sigmacon II); HR 30 mei 1997, NJ 1997, 663, nt. Ma; JOR 1997/111, nt. JJvH (Van Essen q.q./Aalbrecht) en HR 16 juni 2000, NJ 2000, 578, nt. PvS; JOR 2000/201(Van Dooren q.q./ABN AMRO I).
Vriesendorp 1992, p. 195 en Van Koppen 1998-1, p. 291 verdedigen mijns inziens ten onrechte dat in gevallen waarin de benadeling met een vordering uit onrechtmatige daad wordt bestreden, de rechter ingevolge art. 6:103 BW de mogelijkheid heeft bij wijze van schadevergoeding relatieve nietigheid aan de rechtshandeling te verbinden. Het gesloten stelsel van nietigheden en vernietigbaarheden staat aan een dergelijke mogelijkheid in de weg, zie ook A. van Hees 1998, p. 2, voetnoot 2.
Het faillissement is te omschrijven als een collectief beslag op het vermogen van een schuldenaar ten behoeve van zijn schuldeisers. Bij de afwikkeling van het faillissement geldt als uitgangspunt dat de curator het vermogen van de schuldenaar te gelde maakt en de schuldeisers vervolgens met inachtneming van de tussen hen bestaande rangorde uit de netto-opbrengst voldoet. Vanaf de faillietverklaring dient het vermogen van de schuldenaar in beginsel dus nog slechts als verhaalsobject voor zijn schuldeisers. Om dit verhaalsobject te waarborgen geldt onder meer dat de schuldenaar vanaf de aanvang van de dag waarop zijn faillissement is uitgesproken de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorende vermogen verliest (art. 23 Fw), de boedel in beginsel niet meer aansprakelijk is voor verbintenissen van de schuldenaar die na de faillietverklaring zijn ontstaan (art. 24 Fw), door de faillietverklaring alle gerechtelijke tenuitvoerlegging op enig deel van het vermogen van de schuldenaar een einde neemt en de vóór het faillissement gelegde beslagen komen te vervallen (art. 33 lid 1 en 2 Fw).
Totdat het faillissement is uitgesproken, gelden deze waarborgen niet. Hierdoor kunnen in de periode voorafgaand aan het faillissement nog handelingen plaatsvinden die gevolgen hebben voor de omvang van het vermogen van de schuldenaar en de uiteindelijke verdeling daarvan. Dit kan ertoe leiden dat bepaalde schuldeisers slechter af zijn dan zonder de desbetreffende handeling het geval zou zijn geweest. Het belang van de schuldeisers brengt mee dat onder omstandigheden tegen deze benadeling moet kunnen worden opgekomen. De Nederlandse regelgeving kent dan ook verscheidene in de wet verankerde, dan wel in de jurisprudentie geformuleerde, regels die beogen onoorbare schuldeisersbenadeling tegen te gaan. Die van de faillissementspauliana zijn daarvan het meest karakteristiek.1 Dit laatste is onder meer toe te schrijven aan de ingrijpende en tevens bijzondere rechtsgevolgen die aan een succesvol beroep op de faillissementspauliana zijn verbonden.
Het bijzondere karakter van de faillissementspauliana laat onverlet dat het op onoorbare wijze benadelen van schuldeisers ook met andere instrumenten kan worden bestreden. Hierbij kan met name worden gedacht aan de vordering uit onrechtmatige daad.2 Benadeling in verhaalsmogelijkheden zou per slot van rekening kunnen worden gezien als een bijzondere vorm van 'schade' als bedoeld in art. 6:162 lid 1 BW. Het is zelfs vaste rechtspraak dat in gevallen waarin tegen degene met of jegens wie de schuldenaar heeft gehandeld zowel een beroep op de faillissementspauliana wordt gedaan, als een vordering uit onrechtmatige daad wordt ingesteld, het lot van de ene vordering in beginsel dat van de andere zal delen.3 Hierdoor rijst de vraag of er naast de algemene schadevergoedingsactie uit onrechtmatige daad, nog wel behoefte bestaat aan een uitsluitend op verhaalsbenadeling van schuldeisers toegespitst instrument als de faillissementspauliana. Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. De meerwaarde van de faillissementspauliana ten opzichte van de vordering uit onrechtmatige daad is op de eerste plaats dat zij geen schadevergoedingsactie is, maar een vernietigingsactie. Door het goederenrechtelijk effect van de vernietiging, ondervinden de benadeelde schuldeisers bij een beroep op de faillissementspauliana in minder gevallen de negatieve gevolgen van mogelijke insolventie van degene jegens wie de actie is ingesteld, dan het geval is wanneer met een vordering uit onrechtmatige daad tegen hun benadeling wordt opgekomen.4 De kans dat het nadeel ook daadwerkelijk ongedaan wordt gemaakt, is hierdoor bij een geslaagd beroep op de faillissementspauliana aanzienlijk groter. Daarnaast biedt de regeling van de faillissementspauliana de mogelijkheid enkele specifiek op het tijdens faillissement bestrijden van verhaalsbenadeling van schuldei sers toegespitste regels te formuleren. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan regels omtrent ontvankelijkheid en bewijs, maar ook aan de criteria aan de hand waarvan moet worden getoetst of sprake is van onoorbaar handelen. Zo heeft de wetgever binnen de regeling van de faillissementspauliana verschillende categorieën van rechtshandelingen onderscheiden en voor elk van deze categorieën zeer nauwkeurig aangegeven onder welke omstandigheden hij benadeling van schuldeisers ontoelaatbaar acht. Daarnaast heeft hij een bepaling opgenomen waarin de rechtsgevolgen van een succesvol beroep op de faillissementspauliana geregeld zijn. Een dergelijk gedetailleerde regeling maakt de faillissementspauliana - ondanks haar dogmatische complexiteit - voor de curator tot een overzichtelijk en relatief eenvoudig te hanteren instrument. Niet voor niets wordt de regeling van de faillissementspauliana in dit verband wel eens vergeleken met een spoorboekje.