Einde inhoudsopgave
Wet huurcommissieregeling BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland. Goedgekeurd bij de wet van 30-06-2011, Stb. 355.
- Bronpublicatie:
07-10-2010, Stcrt. 2010, 15519 (uitgifte: 08-10-2010, regelingnummer: 2010-0000632383)
21-09-2010, Stb. 2010, 390 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Stcrt. 2010, 15519 (uitgifte: 08-10-2010, regelingnummer: 2010-0000632383)
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huurprijzen
1.
De huur van een woonhuis wordt door opzegging van de zijde van de verhuurder niet beëindigd, zo daartoe niet de toestemming van de huurcommissie is verkregen, zelfs indien de opzegging is geschied voor de datum van de instelling der huurcommissie.
2.
Indien ingevolge het bepaalde in artikel 1587 van het Burgerlijk Wetboek BES de huur van rechtswege een einde zou nemen, zonder dat de opzegging is vereist, doch de huurder deze voor bepaalde of onbepaalde tijd wenst te verlengen, houdt de huur niet op dan na verkregen toestemming van de huurcommissie.
3.
De toestemming van de huurcommissie is eveneens vereist, indien de koper van een huis gebruik wil maken van de bevoegdheid, bij de huurovereenkomst voorbehouden om, ingeval van verkoop, de huurder tot de ontruiming van het gehuurde te noodzaken overeenkomstig het bepaalde in artikel 1595 van het Burgerlijk Wetboek BES.
4.
De huurcommissie kan aan haar toestemming voorwaarden verbinden treffende het gebruik van de woning. Niet/niet volledig nakomen der voorwaarden kan intrekking van de toestemming ten gevolge hebben en de toewijzing van de woning aan de oorspronkelijke huurder geschieden, onverminderd het recht van deze op vergoeding van kosten, schaden en interessen.