Einde inhoudsopgave
Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
Artikel 4a Inhoud pedagogisch beleidsplan wat voorschoolse educatie betreft
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Redactionele toelichting
Lid 1, onderdeel h, is in werking getreden.
- Bronpublicatie:
20-09-2019, Stb. 2019, 315 (uitgifte: 11-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-2019, Stb. 2019, 315 (uitgifte: 11-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De houder beschrijft in het pedagogisch beleidsplan, bedoeld in artikel 3 van het Besluit kwaliteit kinderopvang, op zo concreet en toetsbaar mogelijke wijze:
- a.
de voor het kindercentrum kenmerkende visie op de voorschoolse educatie en de wijze waarop deze visie is te herkennen in het aanbod van activiteiten,
- b.
de wijze waarop de ontwikkeling van het jonge kind wordt gestimuleerd, in het bijzonder op de gebieden taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling,
- c.
de wijze waarop de ontwikkeling van peuters wordt gevolgd en de wijze waarop het aanbod van voorschoolse educatie hierop wordt afgestemd,
- d.
de wijze waarop de ouders worden betrokken bij het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen,
- e.
het inrichten van een passende ruimte waarin voorschoolse educatie wordt verzorgd en het beschikbaar stellen van passend materiaal voor voorschoolse educatie,
- f.
de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inhoudelijke aansluiting tussen voor- en vroegschoolse educatie en aan een zorgvuldige overgang van het kind van voor- naar vroegschoolse educatie,
- g.
hoe aan de verplichting, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt voldaan, en
- h.
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verplichting tot inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker, bedoeld in artikel 2a, en hoe daarmee de kwaliteit van de voorschoolse educatie wordt bevorderd.
2.
De houder geeft uitvoering aan het pedagogisch beleidsplan wat de onderwerpen van het eerste lid betreft, evalueert de uitvoering jaarlijks, en stelt het plan zo nodig aan de hand hiervan bij.