RAV 2023/41
Bestuurdersaansprakelijkheid. Is voor de vaststelling dat iemand het beleid van een vennootschap heeft bepaald als ware hij bestuurder noodzakelijk dat er is bestuurd in plaats van en met feitelijke uitsluiting van het formele bestuur?
HR 24-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:445
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/04876
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS705060:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:445, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1023, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2021
- Wetingang
Art. 2:248 lid 7 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement. Feitelijk beleidsbepaler.
Is voor de vaststelling dat iemand het beleid van een vennootschap heeft bepaald als ware hij bestuurder noodzakelijk dat er is bestuurd in plaats van en met feitelijke uitsluiting van het formele bestuur?
Samenvatting
Eiseres tot cassatie was bestuurder van een stichting. De stichting heeft mede een besloten vennootschap opgericht die een restaurant zou gaan exploiteren en een bedrijfspand daarvoor zou laten bouwen. Vier andere personen zijn tot bestuurder benoemd van de opgerichte vennootschap. Met betrekking tot de bouw van het bedrijfspand heeft eiseres direct gecommuniceerd met de bank en daarbij onder andere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.