NJ 2016/400
Aanspraak op legitieme portie; vervaltermijn art. 4:85 lid 1 BW; overgangsrecht; art. 128 Overgangswet NBW. Conservatoir beslag mogelijk voor niet-opeisbare vordering?
HR 24-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1271, m.nt. S. Perrick
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/04377
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Noot
S. Perrick
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110799:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Civiel recht algemeen (V)
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1271, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2014
- Wetingang
Art. 4 BW; art. 128 Overgangswet NBW
Essentie
Aanspraak op legitieme portie; vervaltermijn art. 4:85 lid 1 BW; overgangsrecht; art. 128 Overgangswet NBW. Conservatoir beslag mogelijk voor niet-opeisbare vordering?
Niet is uitgesloten dat conservatoir beslag kan strekken ter verzekering van een vordering die (nog) niet opeisbaar is.
Tot 1 januari 2003 (de datum van de inwerkingtreding van het thans geldende erfrecht) kon een aanspraak op de legitieme portie, die bestond in een aandeel in de nalatenschap (art. 960 (oud) BW), niet vervallen of verjaren. Volgens het sinds 1 januari 2003 geldende recht vervalt de mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.