Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/:Verhandeling
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/
Verhandeling
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS433279:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De reikwijdte van de Zesde richtlijn is niet onbeperkt. In de eerste plaats is de Zesde richtlijn, zoals eerder opgemerkt, vanwege het semi-dwingende karakter alleen van toepassing, indien het nationale recht van een lidstaat voorziet in een regeling omtrent splitsing.
De Zesde richtlijn is alleen van toepassing op de in artikel 1 lid 1 Richtlijn 2011/35/EU genoemde vennootschappen (artikel 1 lid 1 en 2 Zesde richtlijn). Voor wat betreft het Nederlandse recht valt de naamloze vennootschap als bedoeld in Titel 2.4 BW onder de reikwijdte van de Zesde richtlijn. Minimumharmonisatie is beoogd met deze bepaling. Dit neemt echter niet weg dat lidstaten de vrijheid hebben de Zesde richtlijn ook op andere rechtsvormen toe te passen, bijvoorbeeld op vennootschappen met een besloten karakter – zoals besloten vennootschappen – of rechtspersonen die geen kapitaalvennootschap zijn, zoals verenigingen, stichtingen, coöperatieve verenigingen, onderlinge waarborgmaatschappijen en (al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende) personenvennootschappen.
De Zesde richtlijn verplicht niet tot implementatie voor coöperatieve verenigingen welke in de vorm van een naamloze vennootschap zijn opgericht, de reikwijdte van de Zesde richtlijn is hiertoe beperkt via een schakelbepaling in artikel 1 lid 4 Zesde richtlijn, welke verwijst naar artikel 1, leden 2 en 3 Richtlijn 2011/35/EU. Lidstaten hebben echter wel de vrijheid de regels van de Zesde richtlijn toe te passen op andere rechtspersonen dan naamloze vennootschappen, waaronder de in artikel 1 lid 4 Zesde richtlijn bedoelde coöperatieve verenigingen. Hier is sprake van minimumharmonisatie, maar ook van optionele harmonisatie. Ten slotte hoeven lidstaten de Zesde richtlijn niet toe te passen wanneer de gesplitste vennootschap is gewikkeld in een faillissement, akkoord of andere soortgelijke procedure. Lidstaten hebben echter wel de mogelijkheid de regels van de Zesde richtlijn toe te passen indien een te splitsen vennootschap in een dergelijke situatie gewikkeld is. Ook hier is er sprake van optionele harmonisatie (artikel 2 lid 2 Zesde richtlijn jo. artikel 3 lid 2 Richtlijn 2011/35/EU).
De Zesde richtlijn ziet alleen op de splitsing door middel van overneming en de splitsing door middel van oprichting van nieuwe vennootschappen, of een combinatie daarvan. Bij de splitsing door overneming bestaan de overnemende vennootschappen ten tijde van de splitsing reeds, bij de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen worden de verkrijgende vennootschappen in het kader van de splitsing nieuw opgericht. De splitsing door overneming wordt beheerst door Hoofdstuk I van de Zesde richtlijn (artikel 1 lid 1 Zesde richtlijn), de splitsing door oprichting van een nieuwe vennootschap wordt beheerst door Hoofdstuk II van de Zesde richtlijn (artikel 1 lid 2 Zesde richtlijn).