Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/4.3.1
4.3.1 Inleiding
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS446989:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Groenboek ‘Herziening van het consumentenacquis, 8 februari 2007, COM(2006) 744 def.
Verordening 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad, 27 oktober 2004, betreffende de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming, Pb L 364, p. 1.
Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad, Pb L 149, p. 22.
Kamerstukken II 2007/08, 30928, nr. 2. Wet van 14 oktober 2008, Stb 2008/397.
De bescherming van de (Europese) consument staat hoog in het vaandel van de Europese Commissie. Deze belangstelling heeft geleid tot een groot aantal richtlijnen en enkele verordeningen. Ook zijn verschillende richtlijnen inmiddels herzien en aangevuld. Het Groenboek ‘Herziening van het consumentenacquis’1 is een aanzet geweest tot de wijziging van een aantal richtlijnen. De richtlijnen hebben onder meer als onderwerp misleidende reclame, oneerlijke handelspraktijken, e-commerce, oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en op afstand gesloten overeenkomsten. Deze richtlijnen zijn vervolgens geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. Waar nodig zal de relevante regelgeving nader worden toegelicht. In verband met de case studies besteed ik hier aandacht aan de Verordening 2006/2004 betreffende de samenwerking tussen nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving2 en de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken.3 De Richtlijn oneerlijke handelspraktijken is in het BW geïmplementeerd in artikel 6:193a e.v. en is ook bekend als de Wet oneerlijke handelspraktijken.4