Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Curaçao]
Artikel 15 [Bijzondere bepalingen voldoening van winstbelasting op aangifte]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
24-04-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 53 (uitgifte: 26-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2013, Publicatieblad van Curaçao 2013, 53 (uitgifte: 26-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Voor de belastingplichtigen in de winstbelasting zijn in afwijking van de bepalingen van de artikelen 8 en 14, de bepalingen van dit artikel van toepassing.
2.
De belastingplichtige is gehouden uiterlijk op de laatste dag van de derde maand na afloop van het boekjaar over dat jaar voorlopige aangifte te doen en de belasting overeenkomstig die aangifte te betalen bij de Ontvanger. Uitstel voor het indienen van een voorlopige aangifte is niet mogelijk.
3.
De op de voorlopige aangifte als verschuldigd aan te geven belasting dient ten minste gelijk te zijn aan het voor het jaar waarvoor de voorlopige aangifte wordt gedaan geldende belastingtarief toegepast op de winst volgens de meest recente definitieve aangifte. Indien de belastingplichtige een lager bedrag wenst aan te geven, kan hij daartoe een gemotiveerd verzoek indienen bij de Inspecteur.
4.
De belastingplichtige is gehouden uiterlijk op de laatste dag van de zesde maand na afloop van het boekjaar over dat jaar definitieve aangifte te doen en de belasting overeenkomstig die aangifte te betalen bij de Ontvanger.
5.
De Inspecteur neemt een schriftelijk gemotiveerde beslissing binnen vijftien dagen na ontvangst van een verzoek als bedoeld in het derde lid. Als datum van de beslissing geldt de datum waarop het afschrift ter post wordt bezorgd. Indien de Inspecteur niet binnen vijftien dagen schriftelijk afwijzend heeft beslist, wordt het verzoek geacht te zijn ingewilligd.
6.
De Inspecteur neemt een schriftelijk gemotiveerde beslissing binnen vijftien dagen na ontvangst van een verzoek om uitstel voor het doen van de definitieve aangifte. Indien een beslissing wordt genomen, geldt als datum van de beslissing de datum waarop het afschrift ter post wordt bezorgd. Indien de Inspecteur niet binnen vijftien dagen afwijzend heeft beslist, wordt de termijn van indiening van de definitieve aangifte verlengd met drie maanden.
7.
Artikel 11, derde, vierde en zesde lid, is van overeenkomstig toepassing.
8.
Indien bij de definitieve aangifte de berekening van de verschuldigde belasting resulteert in een door de belastingplichtige terug te ontvangen bedrag, legt de Inspecteur binnen zes maanden na indiening van de definitieve aangifte een aanslag op.
9.
Indien de Inspecteur de in het achtste lid bedoelde aanslag niet oplegt binnen zes maanden na de datum van indiening van de definitieve aangifte, wordt hiervan aan de belastingplichtige schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.