Einde inhoudsopgave
RvdW 2013/1443
Bekennende verdachte, art. 359 lid 3 Sv. Het middel faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag. Conclusie A-G: anders.
HR 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1424
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/00655
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1424, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1371, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2013
Essentie
Bekennende verdachte, art. 359 lid 3 Sv. Het middel faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag. Conclusie A-G: anders.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 4 januari 2013, nummer 23/002996-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. H.K. ter Brake, te Hoorn.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 4 januari 2013, onder aanvulling van gronden, het vonnis van de Rechtbank Haarlem van 3 juli 2012 bevestigd, bij welk vonnis de verdachte ter zake van ‘medeplegen van opzettelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.