NJB 2018/1153:Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en hoofdelijke aansprakelijkheid art. 36e lid 7 Sr: in casu is het oordeel van het hof dat de betalingsverplichting hoofdelijk moet worden opgelegd niet toereikend gemotiveerd. Aan de omstandigheden dat de inkomsten uit de hennepkwekerij gebruikt zouden worden om de gezamenlijke schulden af te lossen dan wel een bepaalde gezamenlijke levensstandaard hoog te houden en dat de betrokkene destijds met haar echtgenoot in gemeenschap van goederen was getrouwd, kan niet zonder meer worden ontleend dat de betrokkene daadwerkelijk gezamenlijk met haar toenmalige echtgenoot de beschikking heeft gehad over de gehele opbrengst van de hennepkwekerij en dat op die grond het wederrechtelijk voordeel voor het geheel als gemeenschappelijk voordeel aan de betrokkene kan worden toegerekend