NJ 1927, p. 1449
Ter bedriegelijke verkorting van de rechten der schuldeischers. Bewijs.
HR 17-10-1927, ECLI:NL:HR:1927:329
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 oktober 1927
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Ort en van Dijck.
- Zaaknummer
[17101927/NJ_1927,_p._1449]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101267:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:329, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑1927
- Wetingang
(Sr art. 344.)
Essentie
Ter bedriegelijke verkorting van de rechten der schuldeischers. Bewijs.
Samenvatting
Uit den gerelateerden inhoud der bewijsmiddelen kon het Hof afleiden dat de beklaagde wist dat hij door zijn handeling op ongeoorloofde wijze de rechten der schuldeischers benadeelde en zoo hunne rechten bedriegelijk verkortte.
Uit bedoelden inhoud blijkt niet — hetgeen in het primaire cassatiemiddel is gesteld — dat het Hof het handelen met de wetenschap van de aanvrage van een faillissement met het handelen ter bedriegelijke verkorting van de rechten der schuldeischers heeft gelijk gesteld.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van W. P., rijwielhandelaar, geboren te Leek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.