Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Ter inschrijving van een rechterlijke uitspraak die voor een akte van levering in de plaats treedt of die anderszins op grond van een wettelijke bepaling kan worden ingeschreven, wordt een expeditie van de rechterlijke uitspraak aangeboden, alsmede:
- a.
indien de rechterlijke uitspraak slechts inschrijfbaar is, nadat die in kracht van gewijsde is gegaan: een verklaring van de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan, inhoudende dat daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat;
- b.
indien de onder a bedoelde eis voor inschrijfbaarheid niet is gesteld en de rechterlijke uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad is: een verklaring van de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan, inhoudende hetzij dat daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat, hetzij dat hem zes weken na de uitspraak niet van het instellen van een gewoon rechtsmiddel is gebleken; betreft het een beroep in cassatie dan is een verklaring vereist van de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden, inhoudende dat hem drie maanden na de uitspraak niet van een beroep in cassatie is gebleken;
- c.
indien voor de inschrijving betekening aan de veroordeelde vereist is, een door de deurwaarder getekend afschrift van het exploot waarbij de betekening is geschied.
2.
Ter inschrijving van een beslissing van de rechter van een vreemde Staat, wordt een authentiek afschrift van deze beslissing aangeboden.
3.
Indien de rechterlijke uitspraak in een verlof tot tenuitvoerlegging van een beslissing van arbiters bestaat, wordt ook een afschrift van deze beslissing aangeboden, getekend door de griffier van het gerecht dat het verlof gaf.