RFR 2013/77
Internationaal privaatrecht. Is de Nederlandse kinderrechter bevoegd om kinderbeschermingsmaatregelen te nemen ten aanzien van minderjarigen met een gewone verblijfplaats in het Verenigd Koninkrijk?
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1704
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/03835
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BZ1704
- JCDI
JCDI:ADS914253:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ1704, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1704, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Civiel kinderbeschermingsrecht. Internationaal privaatrecht. Bevoegdheid rechter.
Is de Nederlandse kinderrechter bevoegd om kinderbeschermingsmaatregelen te nemen ten aanzien van minderjarigen met een gewone verblijfplaats in het Verenigd Koninkrijk? Verwerping op grond van art. 81 RO.
Samenvatting
Twee minderjarigen en hun ouders zijn vanuit Nederland verhuisd naar het Verenigd Koninkrijk en hebben daar sindsdien hun gewone verblijfplaats. Op 3 mei 2011 kwamen zij voor een vakantieverblijf naar Nederland. Op 4 mei 2011 werden de ouders door de politie opgepakt en gedetineerd op het politiebureau. Op dezelfde datum verleende de kinderrechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.