Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 33 Centrale autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De Partijen wijzen een centrale autoriteit of, indien noodzakelijk, meerdere autoriteiten aan, belast met het verzenden en beantwoorden van verzoeken ingevolge dit hoofdstuk, de uitvoering daarvan, dan wel of de doorgeleiding daarvan aan de autoriteiten die bevoegd zijn deze uit te voeren.
2.
Elke Partij stelt de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding in kennis van de namen en adressen van de uit hoofde van het eerste lid van dit artikel aangewezen autoriteiten.