Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 59
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De losrenten tot op den 31sten December 1838 door het Belgische Gouvernement aangenomen, in betaling van den koopprijs der domeinen, verkocht door het amortisatie syndicaat en gelegen in de zuidelijke provinciën van het voormalige Koningrijk der Nederlanden, zoodanig als dezelve door Belgie zijn bezet geworden tot op het oogenblik der uitvoering van het traktaat van 19 April 1839, zullen onbruikbaar gemaakt en midden door gesneden worden, in tegenwoordigheid van tot dat einde door hunne respective Gouvernementen aangewezen Nederlandsche en Belgische commissarissen.
2.
Er zal van deze handeling een proces-verbaal in dubbel worden opgemaakt, aan ieder van welk de helft der gezegde schuldbrieven zal worden vastgehecht.
3.
De opgezegde of niet opgezegde losrenten, die in de Belgische kassen zijn ingekomen, sedert het gezegde tijdstip van 31 December 1838, of daarin nog zouden mogen inkomen, zullen aan Belgie behooren met alle regten en actien aan die schuldbrieven verbonden, om te dier zake betaling te ontvangen van het Nederlandsche Gouvernement op dezelfde wijze als elke andere houder van soortgelijke schuldbrieven, met de renten sedert den 1sten Januarij 1839; verbindende zich het Nederlandsche Gouvernement, om door te Amsterdam opgezegde losrenten diegenen te vervangen, welke bij de in betaling geving voorzien zijn geworden van bet bewijs van onbruikbaarmaking bij de veilings-voorwaarden voorgeschreven.
4.
De nog in omloop zijnde te Brussel opgezegde los-renten blijven ten laste van de Nederlandsche schatkist, zonder dat de wettelijke verjaring op de betaling der verschenen renten zal kunnen worden toegepast.
5.
De waarden aan het amortisatie-syndicaat verstrekt als borgtogt of waarborg voor de betaling van den prijs der in Belgie gelegen, door die instelling verkochte domeinen, zullen aan het Belgische Gouvernement worden uitgereikt, gelijk mede de coupons voor de renten, zonder dat de wettelijke verjaring op dezelve zal kunnen worden toegepast; het Gouvernement van Belgie zal het Gouvernement der Nederlanden ter zake van deze overgave ontlasten.
6.
De hypotheken om dezelfde redenen genomen en ingeschreven op goederen gelegen in het tegenwoordige Koningrijk der Nederlanden of het Groot-hertogdom Luxemburg, zullen op aanvrage van het Belgische Gouvernement worden doorgehaald.
7.
Het is de bedoeling dat, behoudens het vastgestelde bij § 1 van dit artikel, met opzigt tot de door de Belgische schatkist ontvangen losrenten, het Nederlandsche of Groot-hertogelijke Gouvernement niets zal kunnen vorderen ter zake van gedane stortingen, gedurende het Belgische bezit, in betaling van den prijs der domeinen gelegen op het Limburgsche en Luxemburgsche grondgebied, welks overgave aan de Nederlanden plaats heeft gehad ter uitvoering van het vredesverdrag van 19 April 1839.
8.
Er zal ook van de koopers van goederen geene verhooging van lasten of renten gevorderd worden, ter zake van door hen niet in tijds gedane betalingen, tot op het oogenblik van de uitvoering van genoemd verdrag.
9.
Door de voorgaande schikkingen worden te niet gedaan, alle verdere aanspraken van Nederland op de in Belgie gelegen domeingoederen, en op de prijzen der zoodanigen, welke door het Belgische Gouvernement verkocht of herkregen zijn, of nog zullen worden herkregen.