Einde inhoudsopgave
Arbeidswet 2000 BES
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Arbeidsregeling 2000, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
07-09-2010, Stb. 2010, 590 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
werknemer: de arbeider, bedoeld in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek BES;
- b.
werkgever: de werkgever, bedoeld in artikel 1613a van het Burgerlijk Wetboek BES, met uitzondering van degene die beroepsmatig arbeidskrachten ter beschikking stelt aan een derde als bedoeld in de Wet op het ter beschikking stellen van arbeidskrachten BES, doch met inbegrip van degene aan wie arbeidskrachten ter beschikking worden gesteld als bedoeld in die wet;
- c.
kinderen: personen die de leeftijd van vijftien jaar nog niet hebben bereikt;
- d.
jeugdigen: personen die de leeftijd van vijftien jaar, maar nog niet de leeftijd van achttien jaar, hebben bereikt;
- e.
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
arbeidsduur: het aantal uren dat de werknemer per week of per dag werkt met uitzondering van overwerk;
- b.
arbeidstijd: de tijdstippen waarbinnen de werknemer arbeid verricht;
- c.
werktijden: de tijdstippen van aanvang en beëindiging van de arbeid;
- d.
rusttijd: de tijd gedurende welke het verboden is arbeid te laten verrichten, anders dan bij wijze van overwerk;
- e.
schemawerk: arbeid, niet zijnde overwerk, verricht volgens een periodiek werkrooster op verschillende, met het oog op de aard van de onderneming noodzakelijke, tijdstippen waardoor de arbeidstijd geheel of gedeeltelijk valt binnen de in artikel 9, eerste lid, bedoelde rusttijd;
- f.
overwerk: arbeid, verricht gedurende de voor de werknemer geldende rusttijd, alsmede arbeid welke ten aanzien van de werknemer de op grond van deze wet of de daarop berustende bepalingen maximaal toegestane arbeidsduur per dag of per week overschrijdt;
- g.
week: een periode van zeven opeenvolgende dagen;
- h.
rustdag: de zondag dan wel de dag die voor de werknemer, die op zondag schemawerk verricht, volgens zijn werkrooster voor de zondag in de plaats komt. Onze Minister is bevoegd desverzocht te bepalen, dat voor de belijder van een godsdienst, die een andere wekelijkse rustdag voorschrijft dan de zondag, de voorgeschreven dag voor de toepassing van deze wet in de plaats treedt van de zondag.