Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/4 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2019
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/4)
- Inwerkingtreding
27-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2019, L 4 (uitgifte: 07-01-2019, regelingnummer: 2019/4)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:
- a)
de definities van ‘diervoeders’, ‘diervoederbedrijf’ en ‘in de handel brengen’ zoals respectievelijk vastgelegd in artikel 3, punten 4, 5 en 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002;
- b)
de definities van ‘toevoegingsmiddelen’ en ‘dagrantsoen’ zoals respectievelijk vastgelegd in artikel 2, lid 2, onder a) en f), van Verordening (EG) nr. 1831/2003;
- c)
de definities van ‘voedselproducerende dieren’, ‘niet-voedselproducerende dieren’, ‘pelsdieren’, ‘voedermiddelen’, ‘mengvoeders’, ‘volledige diervoeders’, ‘aanvullende diervoeders’, ‘mineraalvoeders’, ‘minimumhoudbaarheid’, ‘partij’, ‘etikettering’ en ‘etiket’ zoals respectievelijk vastgelegd in artikel 3, lid 2, onder c), d), e), g), h), i), j), k), q), r), s) en t), van Verordening (EG) nr. 767/2009;
- d)
de definitie van ‘inrichting’ zoals vastgelegd in artikel 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 183/2005;
- e)
de definities van ‘officiële controles’ en ‘bevoegde autoriteiten’ zoals respectievelijk vastgelegd in artikel 2, lid 1, en in artikel 3, punt 3, van Verordening (EU) 2017/625;
- f)
de definities van ‘diergeneesmiddel’, ‘werkzame stof’, ‘immunologisch diergeneesmiddel’, ‘antimicrobiële stof’, ‘antiparasiticum’, ‘antibioticum’, ‘metafylaxe’, ‘profylaxe’ en ‘wachttijd’ zoals respectievelijk vastgelegd in artikel 4, punten 1, 3, 5, 12, 13, 14, 15, 16 en 34, van Verordening (EU) 2019/6, en de ‘samenvatting van de productkenmerken’ als bedoeld in artikel 35 van die verordening.
2.
Daarnaast gelden de volgende definities:
- a)
‘gemedicineerd diervoeder’: een diervoeder dat klaar is om rechtstreeks zonder verdere verwerking aan dieren te worden gevoerd en dat bestaat uit een homogeen mengsel van een of meer diergeneesmiddelen of tussenproducten met voedermiddelen of mengvoeders;
- b)
‘tussenproduct’: een diervoeder dat niet klaar is om rechtstreeks zonder verdere verwerking aan dieren te worden gevoerd, dat bestaat uit een homogeen mengsel van een of meer diergeneesmiddelen met voedermiddelen of mengvoeders en dat uitsluitend bestemd is voor de vervaardiging van gemedicineerde diervoeders;
- c)
‘niet-doeldiervoeder’: diervoeder, al dan niet gemedicineerd, dat niet bestemd is om een specifieke werkzame stof te bevatten;
- d)
‘kruisverontreiniging’: verontreiniging van een niet-doeldiervoeder met een werkzame stof die afkomstig is van het eerdere gebruik van de bedrijfsruimten of apparatuur;
- e)
‘exploitant van een diervoederbedrijf’: natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de bij deze verordening vastgestelde voorschriften in het diervoederbedrijf waarover die persoon zeggenschap heeft;
- f)
‘mobiele mengvoederbereider’: een exploitant van een diervoederbedrijf met een diervoederinrichting bestaande uit een specifiek voor de vervaardiging van gemedicineerde diervoeders uitgerust voertuig;
- g)
‘mengvoederbereider op de boerderij’: een exploitant van een diervoederbedrijf die gemedicineerde diervoeders vervaardigt voor exclusief gebruik op zijn boerderij;
- h)
‘diergeneeskundig voorschrift voor gemedicineerde diervoeders’: een door een dierenarts afgegeven document voor een gemedicineerd diervoeder;
- i)
‘reclame’: iedere mededeling in verband met gemedicineerde diervoeders en tussenproducten ter bevordering van het voorschrijven of gebruiken van gemedicineerde diervoeders, met inbegrip van de verstrekking van monsters en sponsoring;
- j)
‘houder van dieren’: iedere natuurlijke of rechtspersoon die op permanente of tijdelijke basis verantwoordelijk is voor dieren.