Einde inhoudsopgave
Rijnvaartpolitiereglement 1995
Artikel 2.01 Kentekens van schepen, met uitzondering van kleine schepen en zeeschepen
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2023
- Bronpublicatie:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2023, Stb. 2023, 314 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
1.
Bij een schip, met uitzondering van een klein schip en een zeeschip, moeten op de romp of op duurzaam bevestigde borden of platen de volgende kentekens worden aangebracht:
- a.
de naam die ook een kenspreuk kan zijn.
De naam moet aan beide zijden van het schip en tevens, met uitzondering van een duwbak, van achteren zichtbaar worden aangebracht. Indien bij een gekoppeld samenstel of bij een duwstel één van de naamsaanduidingen van het schip dat voor de voortbeweging dient geheel of gedeeltelijk aan het zicht wordt onttrokken, moet zij worden herhaald op borden die zodanig zijn geplaatst, dat zij goed zichtbaar zijn in de richtingen waarin deze naamsaanduiding aan het gezicht is onttrokken. Bij ontbreken van de naam van het schip moet worden aangegeven hetzij de naam van de instelling waaraan het schip toebehoort (of de gebruikelijke afkorting daarvan), al dan niet gevolgd door een nummer, hetzij het nummer van teboekstelling dat, ter aanduiding van het land waarin de thuishaven of de plaats van teboekstelling is gelegen, wordt gevolgd door de letter of lettercombinatie vermeld in de bijlage 1;
- b.
de thuishaven of de plaats van teboekstelling.
De naam van de thuishaven of de plaats van teboekstelling moet worden aangebracht hetzij aan beide zijden van het schip hetzij aan de achterzijde en moet worden gevolgd door de letter of lettercombinatie die het land aanduidt, waarin deze thuishaven of deze plaats van teboekstelling is gelegen;
- c.
het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer), dat uit acht Arabische cijfers bestaat, waarbij de eerste drie cijfers het land en de instelling, die dat uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer) heeft toegekend, aanduiden. Dit kenteken behoeft slechts te worden gevoerd door schepen waaraan een uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer) is toegekend. Het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer) wordt aangebracht op de wijze als bepaald in onderdeel a.
Het uniek Europees scheepsidentificatienummer en het officiële scheepsnummer worden aangebracht op de wijze, voorgeschreven onder a.
2.
Bovendien moet op een schip, met uitzondering van een klein schip en een zeeschip, zijn aangegeven:
- a.
indien het is bestemd voor het vervoer van goederen, het laadvermogen in tonnen. Deze aanduiding moet zijn aangebracht aan beide zijden van het schip, op de romp dan wel op duurzaam bevestigde borden of platen;
- b.
indien het is bestemd voor het vervoer van passagiers, het ten hoogste toegelaten aantal passagiers. Deze aanduiding moet zijn aangebracht op een goed waarneembare plaats aan boord.
3.
De kentekens overeenkomstig het eerste en tweede lid moeten zijn aangebracht in goed leesbare en onuitwisbare Latijnse letters en Arabische cijfers. De hoogte van de tekens voor de naam en het uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI-nummer) moet ten minste 20 cm en voor de overige aanduidingen ten minste 15 cm bedragen.
De breedte van de tekens en de stamdikte moeten in goede verhouding tot de hoogte staan. De tekens moeten in lichte kleur op donkere ondergrond of in donkere kleur op lichte ondergrond worden aangebracht.