RvdW 2016/1026
Onvoldoende strafmotivering van een vrijheidsbenemende straf.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02424
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2016
Essentie
Onvoldoende strafmotivering van een vrijheidsbenemende straf.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 12 mei 2015, nummer 23/003147-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. C.P. Wesselink-van Dijk, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 12 mei 2015 de verdachte in de zaak met parketnummer 15-110288-14 ter zake van “opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen” en in de zaak met parketnummer 15-138466-14 ter zake van “diefstal”, veroordeeld tot een gevangenisstraf van ...