RvdW 2017/107
Faillissement. Bevoegdheden R-C tot getuigenverhoor op voet art. 66 en 105 Fw; misbruik van bevoegdheid? Motiveringsplicht R-C?
HR 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2997
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01616
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Bevoegdheden R-C tot getuigenverhoor op voet art. 66 en 105 Fw; misbruik van bevoegdheid? Motiveringsplicht R-C?
Van misbruik van de in art. 66 en 105 Fw geregelde ruime bevoegdheden van de rechter-commissaris tot getuigenverhoor kan sprake zijn, indien deze worden aangewend voor een ander doel dan het verkrijgen van opheldering van alle omstandigheden die het faillissement betreffen, met name indien dit doel gelegen is in het vergaren van gegevens ten behoeve van een civiele procedure tegen de gefailleerde of een bestuurder of commissaris van de gefailleerde.
Behoudens bijzondere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.