Consulaire Wet
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 291 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34237)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-01-2017, Stb. 2017, 17 (uitgifte: 31-01-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Een consulaire ambtenaar kan worden gewraakt op een of meer der in artikel 36 van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoemde gronden, dan wel een overeenkomstige regeling in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
2.
Op de wraking beslist de onmiddellijk boven hem gestelde ambtenaar of bij gebreke daarvan de secretaris-generaal van het Departement van Buitenlandse Zaken, zonder mogelijkheid van beroep.
3.
Indien een consulaire ambtenaar zich verschoont of indien zijn wraking gegrond bevonden wordt, voorziet de onmiddellijk boven hem gestelde ambtenaar of bij gebreke daarvan de secretaris-generaal van het Departement van Buitenlandse Zaken in zijn vervanging door een andere consulaire ambtenaar die niet aan de eerstgenoemde ondergeschikt mag zijn.