Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/947 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad
Artikel 33 De strategische raad van het EFDO+
Geldend
Geldend vanaf 14-06-2021
- Bronpublicatie:
09-06-2021, PbEU 2021, L 209 (uitgifte: 14-06-2021, regelingnummer: 2021/947)
- Inwerkingtreding
14-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-06-2021, PbEU 2021, L 209 (uitgifte: 14-06-2021, regelingnummer: 2021/947)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
Bij het zorgen voor het beheer van het EFDO+ wordt de Commissie geadviseerd door een strategische raad (de ‘strategische raad van het EFDO+’), behalve in het geval van verrichtingen ten behoeve van de in de relevante bijlage bij de IPA III-verordening vermelde begunstigden uit de Westelijke Balkan, waarvoor een eigen strategische raad wordt ingesteld.
2.
De strategische raad van het EFDO+ adviseert de Commissie over de strategische oriëntatie en prioriteiten van de onder het EFDO+ vallende investeringen van de garantie voor extern optreden, onder meer voor de in artikel 36 bedoelde investeringsvensters, en draagt bij aan de afstemming daarvan op de leidende beginselen en doelstellingen van het externe optreden, het ontwikkelingsbeleid en het Europees nabuurschapsbeleid van de Unie, alsmede op de doelstellingen van artikel 3 en de doelstellingen van het EFDO+ als vermeld in artikel 31. Tevens ondersteunt de strategische raad van het EFDO+ de Commissie bij de vaststelling van algemene investeringsdoeleinden wat betreft het gebruik van de garantie voor extern optreden voor steun aan EFDO+-verrichtingen en ziet hij toe op een passende en gediversifieerde geografische en thematische dekking van investeringsvensters.
3.
De strategische raad van het EFDO+ ondersteunt ook de algehele coördinatie, complementariteit en samenhang tussen de regionale investeringsplatforms, tussen de drie pijlers van het plan voor externe investeringen, tussen het plan voor externe investeringen en de andere inspanningen van de Unie inzake migratie en de uitvoering van de Agenda 2030, met inbegrip van de strijd tegen klimaatverandering, evenals met andere externe programma's en financieringsinstrumenten van de Unie.
4.
De strategische raad van het EFDO+ is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie en van de hoge vertegenwoordiger, van elke lidstaat en van de Europese Investeringsbank (EIB). Het Europees Parlement heeft de status van waarnemer. Aan contribuanten, in aanmerking komende tegenpartijen, partnerlanden, betrokken regionale organisaties en andere belanghebbenden kan waar passend de status van waarnemer worden verleend. De strategische raad van het EFDO+ wordt geraadpleegd voordat er een nieuwe waarnemer worden opgenomen. De strategische raad van het EFDO+ wordt gezamenlijk voorgezeten door de Commissie en de hoge vertegenwoordiger.
5.
De strategische raad van het EFDO+ komt minstens tweemaal per jaar bijeen en neemt, indien mogelijk, adviezen bij consensus aan. Te allen tijde kunnen extra bijeenkomsten worden georganiseerd door de voorzitter of op verzoek van een derde van de leden van de raad. Indien geen consensus kan worden bereikt, worden de stemrechten toegepast zoals overeengekomen tijdens de eerste bijeenkomst van de strategische raad van het EFDO+ en vastgelegd in zijn reglement van orde. In het reglement van orde wordt het kader voor de rol van waarnemers omschreven. De notulen en de agenda's van de vergaderingen van de strategische raad van het EFDO+ worden na de goedkeuring ervan openbaar gemaakt.
6.
De Commissie brengt jaarlijks een voortgangsverslag over de uitvoering van het EFDO+ uit aan de strategische raad van het EFDO+. De strategische raad die bevoegd is voor de Westelijke Balkan brengt verslag uit over de vooruitgang die is geboekt met de uitvoering van het garantie-instrument voor die regio, ter aanvulling van het bovengenoemde verslag. De strategische raad van het EFDO+ onderzoekt de in artikel 42, lid 5, bedoelde evaluatieverslagen en houdt er rekening mee.
De strategische raad van het EFDO+ organiseert geregeld overleg met de betrokken belanghebbenden over de strategische oriëntatie en de uitvoering van het EFDO+.
7.
Het bestaan van de strategische raad van het EFDO+ en de strategische raad voor de Westelijke Balkan doet geen afbreuk aan de noodzaak om over één kader voor risicobeheer van het EFDO+ te beschikken.
8.
De risicobeheerfunctie voor garanties in het kader van het EFDO+ houdt rekening met de doelstellingen en beginselen van het instrument. De risicobeoordelings- en vergoedingsmethoden van het EFDO+ worden consequent toegepast op alle investeringsvensters, ook die bedoeld in artikel 36. Er wordt een technische risicobeoordelingsgroep opgericht. De Commissie zorgt ervoor dat de technische risicobeoordelingsgroep op onafhankelijke, onpartijdige en inclusieve wijze hoogwaardig werk kan verrichten. De Commissie zorgt er ook voor dat informatie en analysen tijdig op transparante en inclusieve wijze met alle lidstaten worden gedeeld, met inachtneming van de vertrouwelijkheid. De samenstelling, het reglement van orde en de werkmethoden van de technische risicobeoordelingsgroep zijn inclusief, staan open voor deskundigen van de EIB, andere in aanmerking komende tegenpartijen en belangstellende lidstaten, en worden voorgelegd aan de strategische raad van het EFDO+. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de samenstelling, het mandaat en het reglement van orde van de technische risicobeoordelingsgroep en zorgt ervoor dat haar leden onpartijdig zijn en geen belangenconflicten hebben.
9.
Tijdens de periode van toepassing van het EFDO+ stelt de strategische raad van het EFDO+ zo snel mogelijk richtsnoeren vast, die worden gepubliceerd, en waarin wordt uiteengezet hoe zal worden gewaarborgd dat EFDO+-verrichtingen in overeenstemming zijn met de in de artikelen 31 en 35 genoemde doelstellingen en subsidiabiliteitscriteria.